Universiteiten kiezen eigen koers bij terugdringen internationale studenten
Nederlandse universiteiten nemen zelf maatregelen om de instroom van internationale studenten in het hoger onderwijs te beperken. Daarmee willen ze een alternatief bieden voor een wetsvoorstel van de regering.
Met het wetsvoorstel Internationalisering in balans (WIB) wil het kabinet het aantal internationale studenten op Nederlandse universiteiten terugdringen. In het voorstel is een taaltoets opgenomen, de Toets anderstalig onderwijs (TAO). In de WIB staat dat een opleiding als Nederlands wordt gezien als twee derde van de opleiding in het Nederlands wordt aangeboden.
De universiteiten willen dat die toets niet gaat gelden voor de bestaande opleidingen. Ze noemen de TAO "onwerkbaar" en komen daarom met een eigen pakket aan maatregelen.
TweetaligVanaf volgend jaar willen de universiteiten onder meer 2000 internationale studenten minder laten instromen. In de Randstad worden de studies psychologie voortaan in het Nederlands gegeven. In de krimpregio's blijft die studie wel tweetalig.
Ook komt er een maximum aantal studenten (numerus fixus) voor opleidingen die in het Engels worden gegeven, zoals economie en bedrijfskunde, en wordt de voertaal van sommige opleidingen het Nederlands.
De numerus fixus bij psychologie blijft bestaan. Universiteiten maken voortaan onderling afspraken over hoeveel studenten zij toelaten.
TaalvaardigheidDe universiteiten zetten daarnaast ook in op het verbeteren van de taalvaardigheid van internationale docenten en studenten. Zo worden er cursussen Nederlands aangeboden aan medewerkers en krijgen studenten modules om hun Nederlands te verbeteren.
De universiteiten willen van de overheid de ruimte krijgen om deze maatregelen in te voeren. "De toets anderstalig onderwijs is veel te rigoureus en legt een zware administratieve last op universiteiten, zonder dat dit bijdraagt aan de kwaliteit of toegankelijkheid van het onderwijs", zegt Caspar van den Berg, voorzitter van Universiteiten van Nederland (UNL).