Al dagen rijden auto's toeterend door de straten van de Syrische hoofdstad Damascus. Kinderen hangen uit het raam of zitten op het dak en wapperen met de nieuwe Syrische vlag. Er klinkt muziek en grote groene posters beelden de dag van de bevrijding uit. Voor veel Syriërs is het eerste jaar na de val van Assad voorbijgevlogen.
"Ik kijk terug op dit jaar met gemengde gevoelens. Nadat ik jarenlang verdoofd was door de dictatuur werd ik plotseling extreem gelukkig, waanzinnig bezorgd, en zó verward. Ik kan het allemaal maar moeilijk bevatten", zegt Dana, die met haar kinderen vanuit Aleppo een lang weekend naar Damascus is gekomen om bevrijdingsdag te vieren.
'De ezel is voor altijd weg'
"Ik ben niet zomaar blij, ik ben ontzettend, waanzinnig blij", zegt Razan die met haar gezin over de markt loopt, met een grote vlag in de hand. "Het is een droom die uitkwam, die ezel is voor altijd weg." Razan komt uit een zwaar getroffen wijk van Damascus. Ze raakte haar huis kwijt, een deel van haar familie verdween in de martelgevangenissen van Assad.
Nog altijd is ze, net als zoveel andere Syriërs, op zoek naar antwoorden. Maar gerechtigheid laat op zich wachten, daders lopen vaak nog vrij rond. De trauma's en angst zitten diep en professionele hulp om dit alles te verwerken is er niet. Maar vandaag wil Razan feest vieren, al voelt het net als voor veel anderen, bitterzoet.
Op de markt doen de souvenirs met de nieuwe Syrische vlag erop het goed. De sokkencollectie waar Bashar al Assad met lange nek, flaporen en de tekst 'wat een ezel' of 'drugskoning' op afgebeeld staat, laat menig voorbijganger nog altijd glimlachen. Hier weten ze maar al te goed dat dit een jaar en een dag geleden levensgevaarlijk was geweest.
Vooral Syrische minderheden hebben een zwaar jaar achter de rug. Gijzelingen en moordpartijen waarbij duizenden mensen zijn gedood alsof er van het bloedige verleden niets is geleerd. Alles bij elkaar ervaart lang niet iedereen vandaag als een feestelijke dag. Heel wat mensen zijn afwachtend, voelen zich ongemakkelijk of onveilig. Ze wachten op de beloofde veranderingen en vragen zich af wanneer die komen.
"Heb je wapens bij je", vraagt de bewaker als we het terrein van de Syrische televisie oprijden. Hier worden nu totaal andere nieuwsuitzendingen gemaakt. "Ik noem het een journalistieke revolutie", zegt Yaman Zeidan, hoofd communicatie. "Hier deden ze niet aan journalistiek. Ze toeterden de ideeën van Assad de wereld in."
Er is in dit land in transitie grote behoefte aan een betrouwbare nieuwsbron. Er zijn veel geruchten, nepnieuws en allerlei werkelijkheden die naast elkaar lijken te bestaan. Iedereen heeft zijn eigen socialemediabronnen, hoort geruchten van familie en buren en interpreteert de onzekere situatie op een eigen manier.
Vertrouwen
"Er zijn duizenden profielen op sociale media die nepnieuws en geruchten verspreiden met als doel het land te destabiliseren. Ons voornaamste doel is nu dat het publiek volledig vertrouwen krijgt in de Syrische media. Dat vertrouwen winnen we door de inhoud en het nieuws waarvan we verslag doen", zegt Jamil Srour, hoofd nieuws.
Een jaar geleden kwam hij vanuit Idlib naar Damascus, sinds mei zenden ze uit vanuit de oude studio. Srour: "We vormen een brug tussen de mensen en de regering." Ze zijn hier zeer te spreken over de kritische vragen die ze ministers tegenwoordig kunnen stellen.
Vrijheid om je kritisch uit te spreken voelt als een bevrijding, maar tegelijkertijd leeft een groot deel van de Syriërs onder de armoedegrens en is de werkloosheid enorm. Elektriciteit is er sporadisch en stromend water noemen velen een luxe. De wederopbouw is op veel plekken nog nauwelijks begonnen. Grote delen van het land zijn onbewoonbaar en liggen in puin.
"Hier kun je helaas nog niet beginnen, overal liggen mijnen en niet geëxplodeerde munitie", zegt Mohammad Alaaty, die we vorig jaar december ontmoetten in Jobar, een verwoeste buitenwijk van Damascus. Lopend door de puinhopen van zijn buurt doet hij zijn best de positieve dingen te benadrukken.
Sancties opheffen
"Moet je eens zien, de wegen hebben we tenminste aangeveegd en kijk: hier hebben we een elektriciteitskabel geregeld zodat er 's avonds wat straatverlichting is." Niemand kan in Jobar wonen maar het afgelopen jaar putte hij kracht uit de hoop die hij heeft dat hij ooit weer terug kan keren naar zijn geliefde wijk.
"In 2026 zal het écht beginnen. Als de sancties worden opgeheven kan de internationale gemeenschap makkelijker zaken doen met Syrië. Dan kunnen de bouwmaterialen komen en dan gaan we werkelijk aan de slag. Wij Syriërs houden van ons land; ik zal niet rusten voordat ik hier weer zal wonen."
Bekijk hier de video van een jaar geleden met Alaaty: