Recordheffingen VS versnellen China's inzet op zelfvoorziening
Gisternacht zijn nieuwe Amerikaanse importheffingen van 50 procent op alle Chinese goederen van kracht geworden en daar kwamen vandaag nog meer bij. In combinatie met de twee eerdere heffingen die sinds begin dit jaar door de regering-Trump zijn afgekondigd, leidt dat tot een importheffing van in totaal 125 procent. Dit betekent dat alle goederen die de Verenigde Staten uit China importeren ruim twee keer zo duur zijn als in januari.
China was vanaf het begin stellig en herhaalde de boodschap gisteren: "Wij zullen ons tot het bittere einde verzetten tegen de heffingen die de Amerikaanse president Trump ons oplegt".
In februari en maart reageerde China nog mild op de Amerikaanse heffingen. China kwam toen alleen met tegenheffingen tegen een groep producten.
Maar van die mildheid is niets meer over. Toen Trump vorige week heffingen van 34 en later nog eens 50 procent afkondigde op de invoer van alle Chinese producten, was voor China de maat vol en nam het land exact dezelfde maatregelen tegen Amerikaanse importen.
Met wederzijdse heffingen van deze orde lijken beide landen bereid grotendeels afscheid te nemen van de handel met elkaar.
Gisteren pakten de Chinese staatsmedia groot uit met nieuws over nieuwe hervormingen in de landbouw. De kop in een van de grootste staatskranten was: "China onthult tienjarig agrarisch masterplan, met prioriteit voor zelfvoorziening in voedsel en agrotechnologische innovatie."
Met dit nieuwe plan verwacht China twee vliegen in één klap te slaan. Het zet versneld in op zelfvoorziening, iets waar het al langer mee bezig is, en doet dat ten koste van goederen die het voorheen uit de Verenigde Staten importeerde.
Want zo'n 20 procent van alle Amerikaanse producten die in 2023 China binnenkwamen, waren landbouwgoederen. Met de Chinese heffingen op Amerikaanse producten wordt het steeds minder aantrekkelijk om deze goederen nog in de VS te kopen.
Zelfvoorziening onder Xi JinpingHij is nog geen jaar president toen Xi Jinping een koerswijziging voor China inzette: waar het land zichzelf decennialang had vervlochten met de rest van de wereld, werd het nu tijd om afstand te nemen. China moest zich gaan toeleggen op het vergroten van zelfvoorziening.
China's inzet op zelfvoorziening kwam tijdens de eerste regeerperiode van Trump in een stroomversnelling. De handelsoorlog met de Verenigde Staten en beperkingen op Chinese techbedrijven maakten duidelijk hoe afhankelijk China was van het buitenland. De coronapandemie die kort daarna de Chinese handel nagenoeg compleet stillegde, versterkte dat beeld.
Versterken binnenlandse consumptieTerwijl China probeert minder afhankelijk te worden in cruciale sectoren als de voedselvoorziening en hoogwaardige technologie, wil het tegelijkertijd de binnenlandse markt versterken.
De Chinese overheid probeert de bevolking al jaren meer geld uit te laten geven op de binnenlandse markt. Dit doet ze bijvoorbeeld door het voor Chinezen gemakkelijker te maken om geld te lenen. Maar de resultaten vallen tegen.
De hoge jeugdwerkloosheid, teruglopende economische groei en oplopende spanningen tussen China en de VS leiden ertoe dat Chinezen juist extra voorzichtig zijn met geld uitgeven.
Chinese leiders komen later deze week samen om te kijken welke maatregelen China nog meer kan nemen om de eigen economie te stimuleren.
Op zoek naar nieuwe afzetmarktenTerwijl China minder afhankelijk wil zijn van importen, vooral in gevoelige sectoren, wilt het wel nog steeds zo veel mogelijk spullen verkopen aan zo veel mogelijk landen. Nu de exporten naar de Verenigde Staten naar verwachting snel zullen teruglopen, moet China versneld op zoek naar nieuwe afzetmarkten. Ook met die zoektocht is China trouwens al meer dan een decennium bezig.
Het bekendste voorbeeld (het Belt and Road Initiative) is er onder andere op gericht om markten in Azië met elkaar te verbinden. Dit doet China niet alleen door de aanleg van duizenden kilometers spoorwegen en de bouw van vliegvelden en havens. Ook zijn er talloze handelsovereenkomsten gesloten onder de vlag van de Belt and Road.
Daarnaast richt China zijn pijlen op de Europese markt. Zo belde de Chinese premier Li Qiang met de voorzitter van de Europese Commissie, Von der Leyen. Volgens een verslag van de bespreking hebben China en de Europese Unie afgesproken om samen te werken aan een eerlijk en goed werkend handelssysteem met oog voor een gezonde handelsbalans.