De Zuidpool vergroent, maar hoe snel?
Koud, onherbergzaam en, ondanks de enorme hoeveelheid ijs, kurkdroog: de Zuidpool is voor planten een van de meest ongastvrije plekken op aarde. Alleen aan de randen en op bergtoppen die boven het ijs uitsteken, groeien (korst)mossen, schimmels en planten. En daarop leven weer geharde soorten insecten en wormen.
Door klimaatverandering breiden die groene plukjes zich razendsnel uit, schrijft een team van Britse wetenschappers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience. Op basis van satellietwaarnemingen concluderen zij dat de oppervlakte aan mos tussen 1986 en 2021 ruim elf keer zo groot werd.
SceptischHet is duidelijk dat de Zuidpool vergroent. Maar de veranderingen die de Britten zien, zijn zo ingrijpend dat poolonderzoekers die niet betrokken waren bij het onderzoek sceptisch reageren. "Ik ken dit gebied redelijk goed en heb moeite dit te geloven", zegt Stef Bokhorst, ecoloog aan de Vrije Universiteit, gespecialiseerd in de poolgebieden.
Vooral de schatting van de bedekking met mos in 1986 lijkt hem aan de lage kant. Ook in de jaren 70 en 80 beschreven wetenschappers dat grote gebieden met mos waren begroeid.
Oorzaak van de vergroening is klimaatverandering. Op grote stukken van het werelddeel is hier nog weinig van te merken. Maar op het Antarctisch schiereiland, dat de Britten nu hebben onderzocht, wordt het wel natter en warmer. Dit is het meest noordelijke deel van de Zuidpool dat uitsteekt richting Zuid-Amerika.
Bokhorst was sinds 2003 elf keer voor veldwerk op het schiereiland. "De afgelopen twintig jaar heb ik zo'n snelle uitbreiding zelf gewoon niet gezien." In experimenten warmde Bokhorst bovendien lokaal mos op in broeikastjes. De planten groeiden inderdaad sneller, maar het effect was bescheiden.
Bokhorst vermoedt dat de satellieten snelgroeiende algen hebben waargenomen, geen mossen. Dat zou ook verklaren waarom de metingen van jaar tot jaar variëren.
Strenge eisenDe bedenkingen van Bokhorst komen niet onverwacht voor de wetenschappers die betrokken waren bij het onderzoek. "We hadden sceptische reacties verwacht", zegt Thomas Roland, onderzoeker aan de Universiteit van Exeter. Aanvankelijk waren ze ook zelf verbaasd. Voor de zekerheid hebben ze hun analyse herhaald. Zelf zijn ze er nu van overtuigd: de vergroening is echt.
Volgens Roland zijn ze heel zorgvuldig geweest. Zo is er niet gekeken naar met ijs en sneeuw bedekt land, omdat daar wel algen maar geen mos kan groeien. Bovendien moesten satellietmetingen van land aan strenge eisen voldoen voordat het als groen werd beoordeeld. Daarvoor gebruikten ze waarnemingen van een collega die ter plekke was geweest.
Zijn mede-onderzoeker Oliver Bartlett van de University of Hertfordshire vermoedt dat de vergroening deels is te verklaren doordat mossen gezonder zijn dan vroeger. "Mogelijk was veel mos niet gezond genoeg om te zien op satellietbeelden. Inmiddels neem je ze wel waar."
Er zijn diverse uitdagingen voor dit soort onderzoek. Zo is er veel bewolking boven het schiereiland. Ook worden mossen vaak omgewoeld door pinguïns en pelsrobben. Verder zijn de Britten voor dit onderzoek niet op Antarctica geweest. Uitsluiten dat het gaat om algengroei kunnen ze daarom niet. In een vervolgonderzoek willen ze ter plekke hun resultaten vergelijken met de satellietdata.
Langer groeiseizoenBokhorst betwist niet dat de Zuidpool vergroent. Door de opwarming is er steeds meer ijs- en sneeuwvrij land voor planten. En door minder barre omstandigheden is er een langer groeiseizoen met meer beschikbaar (smelt)water.
Eerder onderzoek liet zien dat mossen hierdoor sneller groeien. En dat het Antarctisch parelmoerkruid en Antarctische smele, de enige 'echte' planten op de Zuidpool, hun leefgebied langzaam uitbreiden. Bokhorst: "Maar ik denk dat deze veranderingen veel langzamer gaan dan de Britten stellen."
Hoe dan ook zal de Zuidpool door klimaatverandering lokaal minder vijandig worden voor leven. Zowel Bokhorst als Roland zijn bezorgd dat hierdoor nieuwe plantensoorten voet aan de grond krijgen. Zeker nu er steeds meer toeristen komen, die op hun schoenen en kleding zaden kunnen meenemen.
Pinguïnpoep"We hebben laboratoriumexperimenten gedaan met zaden van Europese planten op grond van Antarctica", zegt Bokhorst. "Zelfs bij lage temperaturen blijken ze te ontkiemen." Zeker in gebieden waar pinguïns leven die grond bemesten met hun poep, kan een plant zich dan snel verspreiden.
Circa 2,5 tot 5 miljoen jaar geleden was de Zuidpool overigens pas echt groen. Er groeiden zelfs bossen. Zo ver zijn we nog lang niet, zegt Roland, maar dat het werelddeel er op de lange termijn anders uit gaat zien, lijkt volgens hem onvermijdelijk.