Nederland erkent Palestijnse staat niet: 'Diepgewortelde belangen in het spel'
Gisteravond heeft president Macron bekendgemaakt dat Frankrijk de Palestijnse staat officieel gaat erkennen. Hij streeft ernaar om dit op de Algemene Vergadering van de VN in september te doen.
"Frankrijk had dit al eerder aangekondigd, dus het zat eraan te komen. Dit doet Macron waarschijnlijk om de druk op te voeren op Israël, zodat andere landen gaan volgen", zegt Peter Malcontent, onderzoeker internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht.
EU-landen Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Cyprus - erkenden de Palestijnse staat al in 1988. Zweden volgde in 2014, en vorig jaar Spanje, Ierland, Slovenië en Noorwegen, dat overigens geen EU-lid is.
"We moeten het enige alternatief dat een politieke oplossing biedt voor zowel Israëliërs als Palestijnen in leven houden", zei de Noorse premier Store in een toespraak. Met Frankrijk erbij erkennen nu 148 van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties de staat Palestina.
Nederland daarentegen erkent de Palestijnse staat niet. "Nederland heeft al eerder duidelijk gemaakt dat pas als Israël en de Palestijnen weer gaan onderhandelen over een tweestatenoplossing, ze overwegen om Palestina als staat te erkennen", aldus Malcontent. "Door de beslissing van Macron wordt deze discussie nu alleen maar aangewakkerd."
Annexeren"Het is belangrijk om je te realiseren dat het grootste deel van de landen ter wereld de Palestijnse staat allang erkend hebben", zegt Erwin van Veen, senior onderzoeker bij Instituut Clingendael. In 1974 erkende de VN al het Palestijnse recht op zelfbeschikking. "Vooral een aantal West-Europese landen en de Verenigde Staten vormen daar de grote uitzondering op."
"Het onvoorwaardelijk steunen van het recht op zelfverdediging, dat Israël claimt, heeft hetzelfde effect. Maar in de context van een bezetting gaat dat recht eigenlijk niet op. Toch blijft het gebruikt worden als rechtvaardiging om de bezetting voort te zetten en zelfs delen van die gebieden te annexeren."
Grootste buitenlandse investeerderOok de nauwe economische relaties tussen Nederland en Israël zijn een reden dat Nederland de relatie met Israël boven de rechten van Palestijnen laat gaan, legt Van Veen uit. Bijna twee derde van de Europese investeringen in Israël wordt gedaan door Nederlandse bedrijven, volgens Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). Daarmee is Nederland de grootste buitenlandse investeerder in Israël. "Er zijn diepgewortelde belangen in het spel."
Na de Oslo-akkoorden uit 1994, waarmee Israëlische terugtrekking en Palestijns zelfbestuur werd beoogd, maar waarvan niets terecht is gekomen , is de politieke filosofie geweest dat een Palestijnse staat het sluitstuk is van een vredesproces, zegt Van Veen. "Landen als Frankrijk komen nu langzaam tot de conclusie dat een Palestijnse staat juist een voorwaarde of een startpunt is voor een vredesproces."
Frankrijk blijft een grootmacht op het wereldtoneel. "Uiteraard niet van de categorie China of de Verenigde Staten. Maar Frankrijk is bijvoorbeeld wel een permanent lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Hierdoor is de beslissing van Macron een sterk symbolisch signaal. Dat kun je ook terugzien in hoe diverse Israëlische politici hierop reageren. Alsof ze door een wesp gestoken zijn."