Verdachte moord ggz-medewerkster Heerlen is 'deels toerekeningsvatbaar'
De vrouw die in april vorig jaar een medewerkster van een ggz-instelling in Heerlen in haar hals stak, valt die moord gedeeltelijk aan te rekenen. Dat lieten deskundigen en het Openbaar Ministerie vandaag weten tijdens de rechtszaak.
De 39-jarige medewerkster Melanie Vrancken werd in april vorig jaar neergestoken. Ze overleed na een week aan haar verwondingen.
De politie kon snel een verdachte aanhouden: een 29-jarige vrouw, die ondanks een negatief advies van deskundigen zelfstandig woonde op het terrein van de ggz-instelling Mondriaan.
12 jaar cel geëistDe verdachte, Meriam K., is inmiddels 31 jaar oud en hoorde 12 jaar celstraf tegen zich eisen. Volgens het OM was er sprake van voorbedachte rade. "Ze had weliswaar psychische problemen, maar is wel planmatig te werk gegaan", zei justitie. "Ze besefte wel degelijk wat ze had gedaan, gooide het wapen weg en sloeg op de vlucht. Dat duidt niet op het verkeren in een waan of psychose."
Volgens deskundigen had K. last van waanbeelden en psychoses, mede doordat ze drugs gebruikte. Ook lijdt ze aan schizofrenie. "Ondanks de psychose kan er sprake zijn van planmatig handelen", aldus een deskundige. "Daarom is ze voor een klein deel wel toerekeningsvatbaar."
K. is onderzocht in het Pieter Baancentrum, maar een volledige diagnose kon niet worden vastgesteld. Dat komt doordat Mondriaan het medisch dossier niet heeft vrijgegeven voor het onderzoek.
Naar eigen zeggen kan K. zich niets herinneren van het steekincident, schrijft L1 Nieuws. Ze zegt dat ze psychotisch was en dacht dat Vrancken haar haren uit haar hoofd had getrokken en gestolen. Haar advocaat vindt dat ze tbs moet krijgen, maar geen celstraf.
AansprakelijkNabestaanden van Vrancken stelden de ggz-instelling in Heerlen vorig jaar al aansprakelijk voor haar dood. "Als Mondriaan zijn werk goed had gedaan had dit vreselijke incident voorkomen kunnen worden", stelde de familie toen.
Op de zitting gisteren kwamen ze opnieuw aan het woord. De vader en broer van het slachtoffer maakten toen gebruik van hun spreekrecht. Vranckens broer richtte zich behalve tot de verdachte ook tot de ggz-instelling en de gemeente Heerlen. K. had nooit in een van de zelfstandige woningen mogen wonen, zei hij.
Over twee weken doet de rechter uitspraak.