Aggregator
Comcast mulls separation of cable channels after Q3 profits hurt by continued broadband losses
Inspectie bezoekt al jaren veel minder basisscholen dan aan Kamer is beloofd
Ondanks de belofte aan de Kamer dat de onderwijsinspectie alle basisscholen elke vier jaar zou bezoeken, is dat sinds 2014 niet meer gebeurd. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS en Nieuwsuur.
In 2021 liet het ministerie deze toezegging los, maar beloofde wel dat een fors deel van de scholen nog steeds regelmatig zou worden bezocht. Ook dat blijkt niet te kloppen. Twee derde van de scholen is sindsdien niet meer bezocht. De Tweede Kamer is over dit alles niet geïnformeerd.
Staatssecretaris Mariëlle Paul van Onderwijs stuurde vandaag plotseling een brief naar de Kamer, na vragen van de NOS en Nieuwsuur. Daarin erkent ze dat de inspectie tussen 2014 en 2019 een derde van de scholen niet elke vier jaar heeft bezocht. Ook heeft de toezichthouder zijn registratie niet op orde, waardoor het ministerie zich gebaseerd heeft op onvolledige informatie en de Kamer jarenlang verkeerd is geïnformeerd. De staatssecretaris zegt dat te betreuren.
RisicoscholenDe belofte om alle scholen elke vier jaar te bezoeken, bestaat sinds 2007. Vanaf dat jaar werd het toezicht 'risicogericht' en concentreerde de inspectie zich vooral op 'risicoscholen'. De Kamer was bang dat vermeend 'goede' scholen uit het zicht zouden verdwijnen en dwong daarom af dat alle scholen toch elke vier jaar bezocht zouden worden. Verschillende bewindspersonen herhaalden deze toezegging tussen 2007 en 2020 meerdere keren.
Sinds 2014 voldoet de inspectie dus niet aan die belofte en het is de vraag of dat ooit wel het geval is geweest. De inspectie wil geen cijfers aanleveren die verder teruggaan dan 2014.
Staatssecretaris Paul schrijft dat de vierjaarscyclus voor basisscholen, waarbij die dus minimaal één keer per vier jaar werden gecontroleerd, "geen praktijk" is geweest. Ze sluit niet uit dat voor een langere periode "dan vanaf 2014 niet aan de vierjaarscyclus is voldaan", niet alleen niet voor basisscholen, maar ook niet voor middelbare scholen.
De onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur vroeg deze zomer bij de inspectie de data van alle schoolbezoeken op, omdat uit jaarverslagen niet was op te maken hoe vaak scholen worden bezocht. De inspectie zelf kon ook geen antwoord geven op die vraag.
Na veelvuldig contact, waarin het ministerie aanvankelijk liet weten dat er geen toezeggingen aan de Kamer waren geschonden, concludeerde het ministerie vandaag dat dat toch het geval is. Daarom besloot het ministerie de publicatie van de NOS en Nieuwsuur niet af te wachten en de Kamer per brief in te lichten.
Niet per se minderHet ministerie zegt dat ze de vierjarige norm in 2021 heeft losgelaten en dat dit ook aan de Kamer is gemeld. Wel schreef het ministerie de Kamer, die bezorgd was over het loslaten, dat het aantal bezoeken "niet per se minder" zou worden en dat het deel van de scholen dat binnen een periode van vier jaar bezocht zou worden nog "steeds fors" zou zijn.
In 2022 zei toenmalig minister Wiersma dat een "periodieke toets van belang is". "Als een school het heel goed doet, zou om de vier of vijf jaar voldoende kunnen zijn", aldus Wiersma. De staatssecretaris gaat in haar brief niet in op deze toezeggingen, maar stelt dat aan de Kamer duidelijk is gemeld dat de vierjaarsverplichting is losgelaten.
Kamerleden van NSC, BBB en GroenLinks-PvdA zeggen van niet. Ze gaan er nog steeds vanuit dat alle scholen met enige regelmaat door de inspectie worden bezocht. Dat blijkt dus niet zo te zijn. De inspectie zegt dat ze "haar mensen en middelen" zo goed mogelijk wil inzetten en "geen onnodige druk" wil leggen "op een al overbelaste onderwijssector die gebaat is bij rust. Daarom komen we niet op alle scholen." Wel worden alle overkoepelende schoolbesturen eens in de vier jaar bezocht.
Het blijkt dat sinds 2021 nog maar een klein deel van de scholen een inspectie heeft gehad. In de meeste gevallen kreeg de school geen publiek inspectieoordeel (met een voldoende of onvoldoende), maar ging het om een kort bezoek in het kader van een landelijk 'thema-onderzoek' of een onderzoek naar schoolbesturen.
De inspectie vindt de controle elke vier jaar op alle scholen ook niet nodig, omdat er meer onderzoeken zijn waarbij de scholen worden beoordeeld. "Met deze weloverwogen mix van toezichtinstrumenten bieden we diepgaand en effectief toezicht", zegt de inspectie.
20 procent onvoldoendeDit jaar erkende de inspectie wel dat ze "geen representatieve uitspraken" meer kon doen over de onderwijskwaliteit op basisscholen in Nederland. Om dat probleem op te lossen is de inspectie eind vorig jaar een steekproef gestart, waarbij tot dusver een paar honderd willekeurige basisscholen zijn geïnspecteerd.
Op basis van de steekproef concludeerde de inspectie dat zo'n 20 procent van de basisscholen in Nederland de onderwijskwaliteit niet op orde heeft en eigenlijk een onvoldoende zou moeten krijgen. In werkelijkheid krijgt maar zo'n 2 procent van alle basisscholen jaarlijks een onvoldoende beoordeling. Hoewel de steekproef nog niet compleet is, verwacht de inspectie dat dit beeld niet meer zal veranderen.
Dat betekent dat er in Nederland meer dan duizend basisscholen zijn waarvan de inspectie eigenlijk vindt dat de school niet aan de inspectienormen voldoet. Maar ouders weten dat niet, omdat de inspectie deze scholen niet heeft beoordeeld. Deze scholen krijgen ook geen herstelopdrachten van de inspectie.
BasisvaardighedenDaarbij komt dat het percentage van 20 procent eigenlijk nog hoger ligt, want de inspectie had beloofd om de basisscholen vanaf dit jaar ook te beoordelen op het lesaanbod in taal, rekenen en burgerschap. Maar de beoordeling daarvan is op het laatste moment niet meegewogen; de onvoldoendes voor dit onderdeel zijn geheim gehouden.
Een verzoek van de NOS en Nieuwsuur op grond van de Wet Open Overheid wees de inspectie af, omdat openbaarmaking het toezicht zou belemmeren.
AMD brengt Ryzen 7 9800X3D-cpu volgende week uit voor 479 dollar
Criminelen proberen cryptovaluta te stelen via malware in populaire animatietool
Sopra Steria organic revenue flat in Q3 as growth falters in several markets
TikTok starts moving European user data to Norwegian site, begins gateway monitoring
Ubisoft brengt nft-game Champion Tactics: Grimoria Chronicles uit
Schiphol verhoogt havengelden met 37 procent, tickets duurder
De tarieven die luchtvaartmaatschappijen moeten betalen aan Schiphol gaan de komende drie jaar flink omhoog met 37 procent in totaal, heeft de luchthaven bekendgemaakt. Dat betekent dat ook tickets duurder zullen worden.
De luchthaven laat weten dat luchtvaartmaatschappijen in 2027 gemiddeld 15 euro meer moeten betalen aan Schiphol voor een vertrekkende passagier.
De stijging komt vooral door de hoge inflatie van de afgelopen jaren en de gestegen rente, zegt Schiphol. De luchthaven draagt zelf ook 100 miljoen euro bij als vrijwillige bijdrage, om de tarieven zo laag mogelijk te houden. Hiermee liggen de tarieven voor de komende drie jaar vast.
"Deze forse stijging is noodzakelijk om te investeren in de gewenste kwaliteit en de duurzaamheid op Schiphol," zegt financieel directeur Robert Carsouw. Schiphol wil maatschappijen bevorderen om stillere vliegtuigen te gebruiken. Voor die toestellen worden de tarieven daarom lager, voor lawaaiige toestellen gaat het tarief omhoog. Ook nachtvluchten worden extra belast.
InvesteringenBij het vaststellen van de haventarieven is Schiphol gebonden aan regels. Zo moeten die gebaseerd zijn op de kosten en mag er bijvoorbeeld geen winst op worden gemaakt. Onder meer het personeel, onderhoud, de beveiliging en de schoonmaak op Schiphol worden via de havengelden door de luchtvaartmaatschappijen betaald.
Deze zomer kondigde de nieuwe topman Pieter van Oord een investeringsplan van zes miljard euro aan, want er is sprake van achterstallig onderhoud op de luchthaven. Schiphol investeert onder meer in tilhulpen om de arbeidsomstandigheden in de bagagekelder te verbeteren. Ook een deel van dat investeringsplan wordt via de havengelden doorberekend aan de luchtvaartmaatschappijen.
Luchtvaartmaatschappijen reageren teleurgesteld op de plannen. "Hiermee wordt Schiphol een van de duurste luchthavens in Europa", zegt Barin, de branchevereniging van luchtvaartmaatschappijen.
"We vinden het goed dat Schiphol gaat investeren in kwaliteit, maar de gevolgen voor de havengelden zijn veel te ver doorgeschoten", zegt voorzitter Marnix Fruitema van Barin. "En we houden ons hart vast of het gebudgetteerde bedrag ook het uiteindelijke bedrag wordt. Projecten op Schiphol zijn eerder uit de hand gelopen." Hij verwijst daarbij naar de bouw van de A-pier.
Duurdere tickets zijn daardoor onvermijdelijk, zegt CEO Marjan Rintel van KLM. Schiphol verzwakt hiermee zijn eigen positie als internationaal knooppunt, vindt ze. "Met alle risico's van dien voor de hubfunctie, de verbondenheid van Nederland en onze economie." Wel vindt KLM het goed dat de luchthaven verbeteringen gaat doorvoeren, die "voor de reiziger broodnodig zijn".
DoorberekendOok drie jaar geleden stegen de tarieven flink, in totaal met zo'n 40 procent. Dat kwam onder meer door de coronacrisis. Gemiste omzet, doordat er veel minder vluchten en reizigers op de luchthaven waren, mocht Schiphol doorberekenen aan de luchtvaartmaatschappijen. Die stapten naar de rechter. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat Schiphol volgens de regels handelde.
Ook in deze nieuwe haventarieven is een deel van die coronaverliezen doorgerekend. Onterecht, vindt Fruitema: "Ik vind dat we serieus moeten kijken naar de luchtvaartwet waarin staat dat dit mag. Dit is niet meer anno 2024."
"De ticketprijzen zullen ook omhoog gaan en daar maken we ons zorgen over", zegt Fruitema. Hoeveel duurder die worden, is afhankelijk van meerdere factoren, bijvoorbeeld de investeringen in zuinigere en minder lawaaierige toestellen. "Maar ik maak me wel ernstige zorgen over de concurrentiepositie van Schiphol. De klant bepaalt. Als die niet wil betalen, gaat die naar Düsseldorf of Brussel. En ook luchtvaartmaatschappijen kunnen ervoor kiezen om uit te wijken."
Barin kan tegen de hogere havengelden in beroep gaan bij de Autoriteit Consument en Markt en zegt daar sterk rekening mee te houden.
Rat spoort ook natuurlijke smokkelwaar op: 'Mogelijkheden zijn oneindig'
Ze werden al ingezet bij het opsporen van landmijnen, tuberculose en slachtoffers van natuurrampen, en hamsterratten kunnen nu ook worden ingeschakeld voor een andere klus: het speuren naar ivoor, hoorn en tropisch hout. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de knaagdieren ook daar goed in zijn.
De gambiahamsterrat is verwant aan ratten en muizen, heeft hamster-achtige dikke wangen en valt vooral op door zijn flinke formaat. Sommige media hebben het over 'ratten zo groot als katten'. Dian van de Laak, die in Tanzania met de diertjes heeft gewerkt, houdt het op zo'n 30 centimeter, plus de staart. "In ieder geval groter dan een chihuahua."
Tegelijkertijd zijn de dieren klein genoeg om in nauwe ruimtes te manoeuvreren, weet Van de Laak. "Ze kunnen acht jaar oud worden, zijn relatief goedkoop in onderhoud en ze zijn superintelligent", vertelt ze in het NOS radio 1 Journaal. Ze kunnen alleen niet zo goed zien, maar ruiken doen ze des te beter.
HeldenstatusSommige van de ratten hebben een heuse heldenstatus verworven, zoals Magawa, die tientallen mijnen en explosieven opspoorde in Cambodja en er een onderscheiding voor kreeg. De ratten zijn bij uitstek geschikt voor die gevaarlijke taak: ze zijn te licht om de explosieven te laten afgaan.
De hamsterratten worden als ze jong zijn een half jaar lang getraind, voordat ze aan het werk gaan. Dat gebeurt bij een centrum in Morogoro in Tanzania. Daar begon zo'n 25 jaar geleden de organisatie APOPO mee, die in België werd opgezet.
In deze video is te zien hoe de ratten worden getraind om verborgen smokkelwaar te herkennen in een metalen vat. Zo gauw het dier de illegale stoffen heeft ontdekt, trekt hij aan een belletje:
Van de Laak was jarenlang betrokken bij de training, die werkt met behulp van beloningen. "De ratten krijgen een klikgeluid te horen en dan krijgen ze eten. Doordat ze erg intelligent zijn, hebben ze dat al vrij snel door en dan kan je ze trainen om naar bepaalde plekken toe te gaan, hun neus bijvoorbeeld ergens in te steken."
Op die manier kunnen de dieren worden geconditioneerd om op een bepaalde geur te reageren. Dat kunnen ze aangeven door er met hun neus boven te blijven hangen of door met hun voorpootjes aan een belletje te trekken. Ze kunnen ook een vestje aankrijgen waarop een camera zit.
Uit het nieuwe onderzoek, waar Van de Laak ook betrokken bij was, blijkt dat de ratten dus ook succesvol smokkelwaar van wilde dieren kunnen ontdekken op plekken als luchthavens en in zeehavens.
Smokkelaars van ivoor, hoorns van neushoorns en andere illegale producten van stropers verstoppen hun waar op creatieve manieren. "We hebben de ratten getraind om bijvoorbeeld schubben van een schubdier te herkennen die in koffie of wasmiddel waren verborgen", zegt Van de Laak.
Aan het einde van de training waren acht van de elf geselecteerde ratten in staat om tussen 146 proefmonsters vier veel gesmokkelde stoffen te herkennen.
Goedkoper en snellerVolgens APOPO is het gebruik van de hamsterratten als geurdetector goedkoper en sneller dan de screeningsmethoden die nu in gebruik zijn en hebben ze bepaalde voordelen ten opzichte van speurhonden. De ratten kunnen bijvoorbeeld makkelijk nauwe ruimtes in scheepscontainers inspecteren of omhoog worden getild om de ventilatiesystemen van afgesloten containers te controleren.
Hoewel het onderzoek zich nog in een vroeg stadium bevindt, heeft de organisatie goede hoop dat het zal worden opgeschaald. Het team is nu begonnen met een operationele test in de haven en op de luchthaven van Dar es Salaam.
Ook elders wordt er steeds meer met speurratten gewerkt, bijvoorbeeld jaren geleden al door de Nederlandse politie. Volgens Van de Laak is er weinig wat de knaagdieren niet aankunnen. "De mogelijkheden zijn oneindig. Met alles waar een geur aan zit, kan een nieuw onderzoek worden gestart. Als er tenminste voldoende geld voor is, want een organisatie als APOPO is volledig afhankelijk van donoren."
EU onderzoekt of webwinkel Temu veilig is en de regels volgt
Een smartwatch voor een tientje, je Halloweenversiering voor een prikkie of een haardroger waar je hond in past: Temu heeft het allemaal. Maar of klanten waar voor hun geld krijgen en veilig kunnen shoppen, betwijfelen consumentenorganisaties al jaren. De Europese Commissie gaat het Chinese winkelplatform nu onderzoeken.
Er wordt onder meer gekeken of de producten die aangeboden worden veilig zijn, of malafide verkopers worden geweerd en of de site en app zelf zich aan de Europese regels houden. Daarbij wordt ook gekeken of klanten geen rad voor de ogen wordt gedraaid.
"Zo zorgen we ervoor dat iedereen dezelfde kansen krijgt en zich aan dezelfde regels houdt", zegt Eurocommissaris Vestager van Mededinging. "We willen er vooral voor zorgen dat de goederen op hun platform voldoen aan de normen en consumenten geen schade berokkenen."
'Dark patterns'De EU vroeg Temu deze zomer al om meer uitleg nadat eerder zeventien Europese consumentenorganisaties een klacht hadden ingediend tegen het Chinese verkoopplatform. Er bleek veel mis met bestellingen via Temu: van scherpe belletjes aan babyratelaars tot make-up waarvan de ingrediëntenlijst niet klopte.
Het Europese onderzoek richt zich niet alleen op die tekortkomingen, maar kijkt ook of Temu zelf klanten niet op illegale wijze verleidt meer te kopen. Het zou daarvoor manipulatieve dark patterns inzetten, die gebruikers ertoe aansporen hun geld uit te geven: niet bestaande kortingen, dreigen met een snel slinkende voorraad en een verslavende gebruikerservaring met spelletjes zoals een draaiend rad met korting.
Daarnaast wordt gekeken of de privacy van de klanten gewaarborgd is. Volgens de EU-regels moet een klant ook kunnen shoppen zonder dat er een uitgebreid profiel wordt opgesteld waarmee verdere aanbiedingen worden gepresenteerd. De internationale consumentenbonden waarschuwden ook dat een profiel wissen te moeilijk is.
VLOPDe Europese Unie kan ingrijpen omdat Temu onder de nieuwe Digital Services Act geldt als een VLOP, een very large online platform. Bij dat soort internetreuzen als Google, Amazon, Wikipedia en Facebook heeft de EU extra bevoegdheden om consumentenbelangen te beschermen. Temu zit met 92 miljoen maandelijkse bezoekers makkelijk boven de ondergrens van 45 miljoen gebruikers om VLOP te worden.
De commissie kan nog geen indicatie geven hoelang het onderzoek gaat duren. Dat hangt onder meer af van de complexiteit van het probleem en de medewerking van Temu. Wel geeft de Europese Commissie aan dat dit "diepgravende onderzoek de hoogste prioriteit krijgt". Als de EU het bedrijf schuldig bevindt, kan het een boete van 6 procent van de jaaromzet krijgen.
In een reactie zegt het bedrijf zijn verplichtingen serieus te nemen en te willen meewerken aan betere bescherming van consumenten. "Het is ons gezamenlijke doel een betrouwbare marktplaats te zijn voor onze gebruikers."
Geen doorbraak in vermissingszaak Jaïr Soares
Nieuw onderzoek naar de in 1995 verdwenen Jaïr Soares heeft geen doorbraak opgeleverd. De zaak werd in 2022 opnieuw onder de aandacht gebracht. Nieuwe tips zijn daarna onderzocht, maar hebben niets opgeleverd, meldt het Openbaar Ministerie.
Jaïr Soares verdween op 4 augustus 1995 op 7-jarige leeftijd van het strand in Monster, Zuid-Holland. Hij speelde tikkertje buiten bij een strandtent, terwijl zijn vader naar binnen was gegaan om patat te bestellen. Een grote zoektocht leidde tot niets. Er is nooit meer iets van het jongetje vernomen.
De Peter R. de Vries Foundation pakte de cold case in 2022 op en loofde een beloning van een kwart miljoen euro uit voor de gouden tip die zou leiden naar Soares. Het coldcaseteam van de politie Den Haag kreeg daarna ruim 125 tips binnen via de stichting. Ook ontving de politie zelf nog tientallen tips, meldt Omroep West.
OnverteerbaarAlle aangedragen informatie is nu onderzocht, maar dat heeft niet geleid tot een doorbraak. "Dat is natuurlijk onverteerbaar. Voor de familie is het een zware last dat ze na bijna dertig jaar nog niet weet wat er die dag op het strand van Monster is gebeurd", zegt de coördinator van het coldcaseteam. "Dat grijpt ons ook aan, het is niet voor niets dat er door de jaren heen steeds opnieuw naar de zaak is gekeken."
Dat het onderzoek nu is afgerond, betekent niet dat er niets meer mee wordt gedaan, zegt de coördinator. "We laten de zaak voor nu rusten, maar dat betekent niet dat we het loslaten. De zaak blijft een cold case: als er nieuwe, concrete informatie beschikbaar komt die we kunnen onderzoeken, gaan we daarmee met net zo veel energie weer aan de slag."
Devi Boerema nieuwe NOS-correspondent in Zuid-Azië
De NOS heeft een nieuwe correspondent aangesteld voor Zuid-Azië. Het is Devi Boerema, die al enkele jaren als buitenlandredacteur voor de NOS werkt.
Boerema's standplaats wordt New Delhi in India. Ze is de opvolger van Aletta André, die de afgelopen zeven jaar voor de NOS verslag deed over Zuid-Azië.
De 39-jarige Boerema was al eerder als journalist werkzaam in de regio. Voor Radio Nederland Wereldomroep maakte ze reportages vanuit het gebied en later werkte ze enige jaren vanuit Mumbai als freelance correspondent voor meerdere media.
In 2020 ging Boerema in Hilversum voor de NOS werken, met Zuid-Azië als specialiteit. Afgelopen juni deed ze vanuit India verslag van de parlementsverkiezingen.
Kwart van de wereldbevolkingBoerema begint op 1 januari aan haar nieuwe functie. Ze zal zich onder meer gaan richten op de groeiende economische en geopolitieke invloed van landen als Pakistan, India en Bangladesh.
"Ongeveer een kwart van de wereldbevolking woont in Zuid-Azië", zegt ze. "Thema's als klimaatverandering, jeugdwerkloosheid en migratie gaan dan al snel over heel veel mensen. Dat levert spanning op, met consequenties voor de rest van de wereld. Ik ben er trots op dat ik daarvan namens de NOS verslag mag gaan doen."
Rij van honderden meters bij nieuwe Efteling-attractie Danse Macabre
Ruim twee jaar na de aankondiging is in de Efteling de nieuwe attractie Danse Macabre geopend. Kort nadat het attractiepark in Kaatsheuvel de deuren had geopend, stond er al een wachtrij van zeker vier uur.
De eerste fans stonden al rond 06.00 uur voor de poort van de Efteling te wachten, schrijft Omroep Brabant. Rond 07.30 uur stonden er honderden mensen. Normaal gesproken gaat het park om 10.00 uur open, maar vanwege de drukte mochten bezoekers al een uur eerder naar binnen.
Bezoekers renden meteen naar de nieuwe attractie. "We hadden vandaag wel drukte verwacht, maar dit overtreft onze verwachtingen", laat de Efteling weten. Al snel was de rij voor de Danse Macabre bijna een kilometer lang, terwijl andere attracties nagenoeg leeg bleven.
Danse Macabre, die 35 miljoen euro kostte, is gemaakt als vervanger van het Spookslot. "Die attractie was verouderd", vertelt pretparkexpert Klaus Hoven, verbonden aan de Breda University of Applied Sciences. "Waar andere parken dan kiezen om een ritsysteem te updaten of elementen te vernieuwen, heeft de Efteling een compleet nieuw themagebied gebouwd."
"Het is bijzonder dat daarbij wel het griezelthema behouden is gebleven", zegt Hoven. Pieter Cornelis, vrijetijdswetenschapper en voormalig onderzoeker bij de Efteling, beaamt dat: "Het gebeurt niet vaak dat een attractie wordt vervangen door een attractie in dezelfde stijl, zeker niet in de geschiedenis van de Efteling."
Het Spookslot werd in 1978 geopend en was de eerste grote attractie buiten het Sprookjesbos. De attractie, ontworpen door Ton van de Ven, toonde de ruïne van een oud-Keltisch kasteel waar spoken tot leven kwamen op de bekende muziek Danse macabre, van componist Camille Saint-Saëns.
In 2022 werd bekend dat het Spookslot plaats moest maken voor een nieuwe, moderne attractie. Het was toen al een tijd de minst gewaardeerde attractie van de Efteling. Toch waren fans teleurgesteld: "Met de sloop van het Spookslot berooft de Efteling zich van haar ziel", zei werkgroep Nostalgische Efteling. In korte tijd verzamelden ze bijna 10.000 handtekeningen tegen de sloop, maar de attractie ging alsnog tegen de vlakte.
Cornelis en Hoven denken dat fans toch blij zijn als ze de nieuwe attractie zien. "Je ziet het DNA van het Spookslot terug in Danse Macabre. Ze zijn op een eigentijdse manier verder gegaan met oude ontwerpen van Ton van de Ven", legt Cornelis uit. "Er zijn enkele elementen overgenomen en er is een nieuw verhaal bedacht rondom de muziek", zegt Hoven, "maar het is wel een totaal andere beleving geworden".
Volgens Hoven is Danse Macabre een soort attractie die we niet eerder in Nederland hebben gehad, maar hij verwacht dat het "net zo'n icoon" zal worden als het Spookslot.
Zo ziet de nieuwe attractie eruit:
Omzet Microsoft stijgt door groei in cloudcomputing en AI
Hoe de spreidingswet ook regionaal tot verdeeldheid leidt
Van het Badhuisplein in Zandvoort naar de Grote Markt in Haarlem is het een half uur fietsen, een kleine 10 kilometer. De twee Noord-Hollandse gemeenten werken sinds 2018 samen in één ambtelijke organisatie. "Samen voor fijn wonen, samenleven, inspirerend ondernemen en bezoeken, nu en in de toekomst", heet het op de website van de gemeente Haarlem. "Waar iedereen zich welkom voelt en waar je kunt zijn wie je bent."
Toch gaan de twee gemeenten compleet anders om met de spreidingswet, die de opvang van asielzoekers beter over het land moet verdelen. De wet is sinds februari van kracht en uiterlijk vandaag moeten de gemeentelijke plannen, via de provincies, worden ingediend bij PVV-minister Faber van Asiel en Migratie. Want hoewel het kabinet zo snel mogelijk van de wet af wil, is die vooralsnog van kracht.
OnzekerheidVolgens de verdeelsleutel in de wet moet Zandvoort 94 asielzoekers opvangen, Haarlem 963. Die plekken moeten op 1 juli volgend jaar gereed zijn. Waar Haarlem druk doende is om locaties te vinden voor de opvang van asielzoekers, doet Zandvoort voorlopig even helemaal niks: de zoektocht naar locaties voor een asielzoekerscentrum ligt volledig stil.
Reden: de onzekerheid over de toekomst van de spreidingswet. "Wij weten simpelweg niet of de wet wel van kracht blijft", zegt Martijn Hendriks, wethouder namens de partij Jong Zandvoort. Wel benadrukt hij dat de zaak verandert als Zandvoort te horen krijgt dat de spreidingswet in de huidige vorm doorgaat. "Dan gaan we ervoor zorgen dat we op 1 juli volgend jaar een locatie hebben."
De wethouder tekent wel aan dat de ruimte in Zandvoort beperkt is. "We hebben nu eenmaal te maken met het feit dat we omringd worden door duingebied en dat we de kust als natuurlijke grens hebben." Een eerdere zoektocht liep op niets uit. Zo bleek de grond van een potentiële locatie voor een azc vervuild.
WeigergemeentenZandvoort trok zich ook terug uit het regio-overleg Kennemerland, waarin diverse gemeenten samen plannen probeerden te maken voor de duurzame opvang van ruim 3000 asielzoekers. Dan gaat het om azc's die minimaal vijf jaar openblijven. De opstelling van Zandvoort leidt tot wrevel in de regio: volgens andere gemeenten legt Zandvoort het probleem op hun bordje.
Zandvoort is niet de enige gemeente die geen plannen voor asielopvang heeft ingediend. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn er verspreid over het land nog zo'n tien 'weigergemeenten'.
Twenterand is er ook een. De zoektocht naar een mogelijke opvangplek is voorlopig van de baan, meldde die gemeente vorige maand. "De landelijke ontwikkelingen rondom het intrekken van de spreidingswet hebben invloed op dit besluit", zegt verantwoordelijk wethouder Roel Koster. Hij wil voorlopig geen "onomkeerbare stappen" zetten. In Rijswijk spelen dezelfde twijfels.
Bij alle 'weigergemeenten' speelt de onduidelijkheid over de toekomst van de spreidingswet een belangrijke rol. Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning in Drenthe en vertegenwoordiger van alle provincies op het asieldossier, toonde zich onlangs al zeer kritisch over het kabinetsvoornemen om de spreidingswet in te trekken.
Zij verwacht dat de druk op het nu al overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel nog groter wordt als de wet wordt ingetrokken. "In eerste instantie Ter Apel en wij eromheen zitten dan met de gebakken peren. Het probleem is dat er geen alternatief is voor de spreidingswet. Mijn oproep aan het kabinet is daarom om heel goed na te denken voordat ze dit doorzet", zei Klijnsma vorige week tegen RTV Drenthe.
Tot nader order is de spreidingswet dus nog van kracht. Morgen wordt duidelijk of alle gemeenten en provincies samen de 96.000 plekken kunnen bieden die zij volgens de wet moeten leveren. Het is al duidelijk dat twee van de provincies met de grootste opgaven, Zuid-Holland (19.776 plekken) en Noord-Holland (16.290), tekortschieten. Gisteren werd ook bekend dat Limburg het niet gaat halen: daar zijn nog ruim 800 plekken nodig.
Overijssel lijkt eveneens niet het gevraagde aantal opvangplekken te gaan halen. Andere provincies, zoals Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland, laten weten dat zij waarschijnlijk wel (ruim) aan de opgave gaan voldoen. De overige provincies wilden er voorafgaand aan de deadline niets over zeggen.
Overigens is het van diverse plannen die wel zijn ingediend nog maar de vraag of die daadwerkelijk gaan leiden tot opvanglocaties. "Het kan zijn dat gemeenten er niet uit komen met het COA, dat er geen ruimte is of dat gemeenten niet kunnen of willen", zei de Zuid-Hollandse commissaris van de Koning, Wouter Kolff, deze maand tegen Omroep West.
ACM wil overname deel netwerk Delta Fiber door Glaspoort nader onderzoeken
Voyager 1 Fault Forces Switch to S-Band
Vanaf februari weer directe trein tussen Amsterdam en Londen
Wie van Amsterdam naar Londen wil, kan vanaf 10 februari weer rechtstreeks met de trein. Door werkzaamheden op Amsterdam Centraal is die directe verbinding tijdelijk niet in gebruik, maar in februari is het werk klaar.
Door de werkzaamheden moet de Eurostar-trein sinds 15 juni een tussenstop maken in Brussel. Daar moeten passagiers dan uitstappen voor de paspoortcontrole. De trein in de andere richting, van Londen naar Amsterdam, bleef wel direct rijden.
Eerst was er nog sprake van dat de Eurostar maandenlang helemaal niet meer zou vertrekken vanuit Amsterdam vanwege de werkzaamheden. Daar kwam veel kritiek op van onder meer reizigersorganisatie Rover. Uiteindelijk kwam Eurostar reizigers tegemoet door de drie dagelijkse treinen alsnog te laten rijden, zij het met een tussenstop in België.
Nieuwe terminalDe werkzaamheden zijn onderdeel van de grote verbouwing van het Centraal Station van Amsterdam. Voor de trein naar Londen komt een grotere terminal. Er komt een koffiecorner in en verschillende winkels, met een lounge waar passagiers voor vertrek kunnen zitten.
Eerder deze maand werd bekend dat de verbouwing van de terminal grotendeels op tijd is afgerond, waardoor de trein volgend jaar weer direct naar Londen kan rijden.