De gisteren op 85-jarige leeftijd overleden cabaretier, acteur en zanger Gerard Cox deed in het begin van zijn carrière stof opwaaien met controversiële liedjes. Een commercieel succes met het nummer 't Is weer voorbij die mooie zomer (1973) bracht hem roem, maar ook kritiek van collega's die hem 'een zakkenvuller' noemden.
Hij gooide het later over een andere boeg en bedacht en schreef de televisieserie Toen was geluk heel gewoon. Daarin vertolkte hij de typisch Rotterdamse, chagrijnige mopperaar Jaap Kooiman. En met succes. De serie was zestien seizoenen lang te zien, van 1994 tot 2009.
'Niet lullen, maar poetsen'
De Rotterdammer in hart en nieren werd op 6 maart 1940 geboren in Rotterdam-Zuid in een arbeidersgezin waar volgens hem hard werd gewerkt en niet werd geklaagd. Deze instelling zou hij zijn hele leven blijven uitdragen. Voor Cox gold het aloude Rotterdamse adagium "Niet lullen, maar poetsen".
Na een opleiding tot onderwijzer meldde hij zich begin jaren 60 bij de toneelschool, waar hij tot zijn verdriet werd afgewezen. Hij liet zich daardoor niet demotiveren en debuteerde in 1961 met liedjes in de stijl van Jaap Fischer, waarmee hij in Nederland en Vlaanderen enige bekendheid verwierf.
Die bekendheid groeide sterk toen hij zich halverwege de jaren 60 bij het maatschappijkritische Lurelei-cabaret aansloot waar hij het programma Relderelderel speelde. Cox vertolkte daarin de twee meest omstreden liedjes: Arme ouwe over koningin Juliana en God is niet dood, waarin hij de tango danste met God.
Voor het eerste nummer kreeg hij een proces-verbaal voor opzettelijke belediging van het staatshoofd, het tweede nummer was voor de toen nog vrijzinnig protestantse omroep VPRO aanleiding om een tv-uitzending te schrappen.
Met zijn Lurelei-collega's Frans Halsema en Adèle Bloemendaal vormde hij in 1968 een trio, dat debuteerde met het spraakmakende en uiterst succesvolle cabaretprogramma Met blijdschap geven wij kennis. Met Halsema maakte hij later nog een aantal shows.
In Amsterdam was hij begin jaren 70 een tijdlang persona non grata nadat hij na het winnen van de Europacup door Feyenoord het nummer Ajax is dood...! had uitgebracht. Later had hij daar spijt van. "Ik trapte daar veel mensen mee op het hart." Hij noemde het een jeugdzonde.
Cox had in 1972 een hit met 1948 (Toen was geluk heel gewoon) waar later de televisieserie naar werd vernoemd. Het was gebaseerd op Alone again, naturally van Gilbert O'Sullivan. Kees van Kooten, die Cox kende uit Lurelei, en Wim de Bie schreven de Nederlandse tekst.
In 1973 had hij een nummer 1- hit met 't Is weer voorbij die mooie zomer. Dit was ook weer een cover, deze keer op basis van een Franse vertaling van City of New Orleans van Steve Goodman. Ditmaal had hij de tekst zelf geschreven. Het voerde wekenlang de hitlijsten aan en bezorgde hem veel roem.
Het leverde hem ladingen kritiek op vanuit de artistieke wereld. Collega's noemden het nummer een artistieke uitverkoop en verwachtten van hem geen makkelijk scorende "eikelige liedjes van de zomer en de mei", zoals tekstschrijver Ivo de Wijs het verwoordde in het nummer Ome Gerard. "Pak de poen, Ome Gerard / altijd doen, Ome Gerard", klonk het in het refrein.
Cox zou dat nummer jaren later met veel zelfspot zingen tijdens een hommage aan De Wijs, maar destijds deed het hem pijn, vertelde hij in 2019 in de Volkskrant. "Ik had een hit, dus ik was een zakkenvuller. Natuurlijk was het pijnlijk. Nu zou ik er driewerf schijt aan hebben, maar toen kon ik dat niet. Dat is ook je ijdelheid, en de onterechtheid ervan. Het deed zeer."
Nostalgie naar Rotterdam-Zuid
In 1977 trouwde hij met actrice Joke Bruijs, met wie hij, ook na hun scheiding in 1987, nog regelmatig samen zou spelen in series en in het theater. Zo ook in de komische tv-serie Toen was geluk heel gewoon. Die begon als een bewerking van de Amerikaanse sitcom The Honeymooners, maar Cox en mede-acteur Sjoerd Pleijsier schreven later vele seizoenen zelf.
In de serie met onverbloemde nostalgie naar het Rotterdam-Zuid uit Cox' jeugd speelde hij buschauffeur Jaap Kooiman, een dommige, 'boze witte man' die slecht om kon gaan met veranderingen en 'nieuwerwetse dingen'. De rol was Cox op het lijf geschreven.
"Gerard is eigenlijk een soort slimme Jaap Kooiman," zei Joke Bruijs daar eens over in het AD. "Een beetje nors type, wars van veranderingen en nieuwigheden. Jaap Kooiman zou ook nooit een mobieltje hebben, dat heeft Gerard ook niet."
Zelf zei Cox dat hij de 'Archie-Bunkerachtige' politieke incorrectheid van zijn personage wel kon waarderen. Archie Bunker was de hoofdpersoon in de Amerikaanse sitcom All in the Family.
Kijk hieronder naar een overzicht van Gerard Cox als Jaap Kooiman in Toen was geluk heel gewoon:
Cox was in de jaren 90 op televisie ook een bekende verschijning in een andere hoedanigheid. Hij was regelmatig te zien in commercials van zoutjesfabrikant Duyvis, waarin hij als vertegenwoordiger de gekste plaatsen bezocht.
De spotjes met Cox eindigden steevast met "Heren, heren, ik mot nou toch echt ff bellen met de Duyvis. Misschien dat er ergens anders nog een fuif is."
In Rotterdam woonde hij sinds 1975 al niet meer, maar dat belette hem niet om kritiek te leveren op de multiculturele veranderingen in 'zijn stad'. "Als jongen bracht ik in Rotterdam-Zuid 300 kranten rond. De Maasbode, een katholiek dagblad. In die buurt woont geen Nederlander meer, laat staan een katholieke." En "Ik loop door de stad en het kan ook Ankara zijn of Paramaribo," zei hij in 2018 in de Volkskrant.
Het kwam hem op veel kritiek te staan en hij werd daardoor vaak in de PVV-hoek geplaatst. Maar hij zei zich totaal niet met deze partij te identificeren. PVV-leider Wilders noemde hij "verschrikkelijk", "dom" en "ongenuanceerd". Ook zei hij altijd links te hebben gestemd en iedere dag de Volkskrant van voor tot achter te lezen.
Na een laatste succesvolle solovoorstelling, De grote grijze belofte, kondigde Cox in 2021 op 81-jarige leeftijd aan te stoppen met het acteren in het theater. Wel werkte hij af en toe nog mee aan tv-uitzendingen, zoals het tv-evenement Scrooge-Live. Ook speelde hij in 2022 de hoofdrol in de bioscoopfilm Casa Coco.
Dit jaar werd hij op zijn 85ste verjaardag geëerd met een feestelijke voorstelling. Bekende artiesten zongen zijn nummers in het uitverkochte bioscooptheater Oude Luxor in Rotterdam.
Een paar maanden later maakte Cox bekend dat hij uitgezaaide slokdarmkanker had en geen zware behandelingen wilde ondergaan. "Ik heb misschien nog een paar maanden: daarin wil ik niet gaan lopen lijden", zei hij in het AD.
Hij keek in de krant tevreden terug op zijn leven. "Ik ben de hele wereld over geweest, heb alles gezien wat ik wilde zien. (...) Ik heb hoge toppen meegemaakt en uiteraard ook diepe dalen, maar die allemaal overleefd. En mijn carrière is mooi geweest. Ik heb het vrij goed gedaan, zeg maar. Dus ja, wat wil je nog meer? Het moet toch een keer afgelopen zijn."