De grootschalige Israëlische luchtaanvallen op Hezbollah-doelen in Libanon hebben grote gevolgen voor de bevolking. Volgens de Libanese minister van Volksgezondheid kwamen er tot nu toe meer dan 500 mensen om het leven en raakten zeker 1800 mensen gewond. Het leidt tot paniek onder de bevolking van het land dat al jarenlang in een diepe crisis verkeert.
"Het is nergens veilig. Israël heeft gezegd dat ze overal zullen bombarderen. Waar moet ik heen?", zei een man uit Beiroet tegen de BBC.
Libanezen uit het zuiden vluchten massaal naar het noorden. Het is zo druk op de weg dat het soms wel zeventien uur duurt om Beiroet te bereiken. Een aantal snelwegen is kapot gebombardeerd.
"Dit is alles wat ik heb meegenomen", zegt een vrouw tegen persbureau AP, wijzend op drie tassen. "Drie huizen bij ons in de buurt zijn gebombardeerd."
De afgelopen dagen werd de Libanese bevolking verrast door de omvang van de Israëlische luchtaanvallen. De Israëlische strijdkrachten zeggen meer dan 1600 doelen van Hezbollah te hebben geraakt.
De door Iran gesteunde beweging vuurt al maanden raketten af op het noorden van Israël, naar eigen zeggen om Hamas in de Gazastrook te steunen. Het wil daar pas mee ophouden als er een staakt-het-vuren voor Gaza is afgesproken. Israël opende de aanval op Hamas na de terreuraanslagen op 7 oktober.
Israël heeft de afgelopen dagen in Libanon veel aanvallen uitgevoerd op woongebouwen: volgens het Israëlische leger verstopt Hezbollah daar militair materieel zoals raketten. Gisteren was de dodelijkste dag in Libanon sinds het einde van de burgeroorlog in 1990.
Het Israëlische leger lichtte een deel van de inwoners telefonisch in voordat een luchtaanval werd uitgevoerd. Gevluchte Libanezen zeiden tegen Nieuwsuur dat sommige mensen daardoor op tijd weg konden komen, maar dat lang niet iedereen zo'n waarschuwing kreeg. "Het sturen van een waarschuwing maakt het nog niet acceptabel om burgers aan te vallen", zo oordeelt het VN-bureau voor de rechten van de mens.
De Israëlische strijdkrachten hebben Libanezen die in de buurt van een Hezbollah-wapenopslag wonen opgedragen om te vertrekken. Veel bewoners hebben geen idee dat ze in de buurt van zo'n opslag wonen.
Een man uit Zuid-Libanon was aan het filmen toen een er raket insloeg in het huis naast hem:
Mensen vragen zich af waar zij nog terechtkunnen voor medische hulp. Ziekenhuizen zijn al overvol door de pieper-aanval van vorige week. Daarbij raakten meer dan 3000 mensen gewond.
Na de aanval ontstonden er grote tekorten aan medische hulpmiddelen en bloed, al is onduidelijk hoe nijpend de situatie precies was. Vandaag kregen ziekenhuizen de opdracht om alle geplande operaties te annuleren vanwege het grote aantal gewonden dat ziekenhuizen nog moeten verwerken.
Jarenlange politieke en economische crisis
De huidige situatie komt bovenop de crisis die het land al jaren teistert: de Libanese overheid functioneert niet, er is een groot tekort aan energie en meer dan de helft van de bevolking leeft in armoede. Het land huisvest 1,4 miljoen Syrische vluchtelingen, van wie 86 procent onder de armoedegrens leeft.
Het gezondheidssysteem in Libanon functioneert al jaren onder de maat. Veel gezondheidswerkers hebben het land vanwege de economische crisis verlaten.
Voor medische zorg zijn Libanezen veelal afhankelijk van hulporganisaties: de reguliere gezondheidszorg is onbetaalbaar voor een groot deel van de bevolking.
'Niemand had hierop gerekend'
"Ik hoor dat de ziekenhuizen vol raken, soms moeten patiënten naar andere ziekenhuizen verplaatst worden omdat er geen plek meer is", zegt Lotte Ruppert van het Internationale Rode Kruis. Momenteel is ze in Nederland, maar normaal woont ze in Beiroet. Daar is ze verantwoordelijk is voor het ondersteunen van het Libanese Rode Kruis.
"Niemand had op zo'n grote aanval gerekend, dus we moesten echt snel schakelen", zegt ze. Ze ziet dat veel mensen die gevlucht zijn uit het zuiden van Libanon een beroep doen op hun familie, maar niet iedereen heeft zo'n netwerk om op terug te vallen.
Twee medewerkers UNHCR gedood
Vanmiddag werd bekend dat twee medewerkers van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn gedood bij een Israëlische luchtaanval. "Als medewerker van zo'n organisatie ben je veel gewend, maar hier kun je niet aan wennen", zegt Ivo Freijsen, een hoge vertegenwoordiger bij UNHCR vanuit Libanon.
"Het is veel moeilijker om in deze situatie hulp aan te bieden", zegt hij ook. "Je moet nu steeds heel goed overwegen of het veilig is om ergens heen te gaan."