"Het Midden-Oosten staat op de rand van een catastrofe", waarschuwde de VN-gezant voor Libanon, Jeanine Hennis-Plasschaert, dit weekend. De Nederlandse oud-minister voegde eraan toe dat er geen militaire oplossing voor het conflict bestaat.
De waarschuwing volgde op een week waarin Israël Hezbollah en de wereld verraste met een aanval op de terreurbeweging via piepers en walkietalkies. Ook voerde Israël een zeldzame luchtaanval uit op Beiroet, waarbij een hoge commandant werd gedood.
Hezbollah beet van zich af met raket- en droneaanvallen ver over de grens in Israël. Raketten sloegen in in de Jizreël-vallei en ook de havenstad Haifa was doelwit. Naim Qassem, de tweede man van Hezbollah, sprak van "een nieuwe fase".
Vannacht volgden grootschalige Israëlische luchtaanvallen op tal van plekken in Libanon en de oproep vanuit Tel Aviv aan Libanese burgers om een veilig heenkomen te zoeken. Er vielen bijna 500 doden. Het is een nieuwe escalatie in het conflict, die de vraag oproept of partijen inderdaad afstevenen op de "catastrofe" waar Hennis voor waarschuwt.
Libanezen in armoede
Imad Salamey, politicoloog aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet, ziet in de grootschalige aanvallen tekenen dat het "beheersen" van het conflict niet langer het belangrijkste doel is. "Het conflict komt in een instabielere fase."
Midden-Oostendeskundige Joseph Daher, verbonden aan de universiteit van Lausanne en auteur van een boek over Hezbollah, aarzelt als hem gevraagd wordt waar dit conflict eindigt. Hij benadrukt dat alle scenario's mogelijk zijn, ook een grote regionale oorlog. Toch is hij ervan overtuigd dat Hezbollah daar niet op uit is. Ook Israël heeft volgens hem, voor nu, andere doelstellingen, al zal het de mogelijkheid van een grotere oorlog niet uitsluiten.
"Hezbollah heeft geen belang bij een totale oorlog", zegt Daher. Hij wijst erop dat de meeste Libanezen dat ook niet willen. "Grote delen van de samenleving zijn solidair met de Palestijnen, maar ze kunnen zich geen oorlog veroorloven. Ze verkeren in een enorme economische crisis, meer dan de helft van de bevolking leeft in armoede. Bovendien is het vertrouwen in Hezbollah beperkt. Volgens een in juni gepubliceerde peiling is er steun van zo'n 30 procent van de bevolking."
Rode lijn
Salamey noemt het risico op verdere escalatie aanzienlijk. "Als diplomatieke interventies niet snel leiden tot een stabielere situatie, kan het conflict ontsporen met een grote Israëlische inval in Libanon", zegt Salamey. "Dat zou leiden tot een grootschalige oorlog. Hezbollah, al worden ze hard geraakt, blijft in staat tot tegenaanvallen, wat de situatie nog explosiever maakt."
Israël wil volgens Daher nu vooral de druk op Hezbollah opvoeren. "Het lijkt daarbij geen enkele 'rode lijn' meer te zien. Burgers, de gemeenschappen waarin zij leven, de hoofdstad Beiroet, worden steeds meer geraakt."
Daher zegt dat de luchtaanvallen op militaire doelen van Hezbollah, zoals lanceerinstallaties, enig effect hebben maar de impact moet niet worden overschat. Hij wijst erop dat Hezbollah zijn raketarsenaal sinds de laatste oorlog met Israël, in 2006, enorm heeft uitgebreid.
De liquidaties door Israël van kopstukken maken een groter verschil. "Strijders kunnen vervangen worden, maar de dood van hun leiders verzwakt Hezbollah." Ook de geraffineerde aanval op Hezbollahs communicatieapparatuur heeft impact: "Dat levert een vertrouwenscrisis op."
Ook Salamey denkt dat die aanval veel impact heeft. Maar Hezbollah blijft dus een bedreiging voor Israël. "Ze hebben een vrije aanvoerroute van materieel via Syrië en onbeperkte steun van Iran."
Daher schat in dat voor een Israëlische grondoorlog "groen licht" nodig is van de VS. "Daarnaast is er binnen Israël verdeeldheid over, ook onder hoge legerleiders. Een groot grondoffensief zou zeer kostbaar en complex zijn, met een Gazafront dat nog niet klaar is, een zeer gespannen Westoever en het besef dat zo'n oorlog niet beperkt blijft tot Libanon. De Jemenitische Houthi's en pro-Iraanse milities in Irak zullen zich dan ook roeren."
Niemandsland
Israël wil de druk op Hezbollah zo ver opvoeren dat ze hun belangrijkste militaire materieel en manschappen terugtrekken van de grens, denkt Daher. "De Israëlische aanvallen op het zuiden van Libanon hebben als doel het creëren van een de facto 'niemandsland' bij de grens, door civiele infrastructuur te vernietigen en het gebruik van witte fosfor op landbouwgronden."
Salamey vermoedt eveneens dat Israël de grensstreek wil 'demilitariseren', maar noemt ook afschrikking. "Israël laat hiermee zien dat het resoluut optreedt tegen Hezbollah." Als laatste noemt Salamey het belang van Israël om zo veel mogelijk strategisch voordeel te bereiken in de fase voor diplomatieke onderhandelingen of staakt-het-vuren-afspraken.
Vanuit diezelfde strategische afwegingen denkt Daher dat Israël erop uit is Hezbollah zover te krijgen een staakt-het-vuren niet langer te laten afhangen van een bestand in Gaza.
Op korte termijn ziet Daher Hezbollah daarin niet meegaan. Hezbollah wil met Hamas, en andere milities, één front blijven vormen. Ook willen ze hun achterban laten zien dat ze een reactie hebben op de Israëlische aanvallen. "De mogelijkheid voor Hezbollah om raketten af te vuren op Israël is intact. In dat opzicht zie ik een grootschalige terugtrekking niet snel gebeuren."