Akkoord over vroegpensioen bij zwaar beroep, details per sector bekeken
Er ligt een akkoord voor het behoud van het vroegpensioen. Vakbonden, werkgevers en het kabinet zijn het eens geworden over een regeling waarmee mensen met een zwaar beroep eerder kunnen stoppen met werken. De grootste vakbond, FNV, moet het plan nog wel voorleggen aan zijn leden.
In de nieuwe, permanente regeling wordt het mogelijk om drie jaar eerder te stoppen met werken als het beroep wordt aangemerkt als zwaar. Bovenop een bedrag vergelijkbaar met een netto AOW-uitkering voor een alleenstaande, (zo'n 1500 euro) krijgen werkgevers en werknemers bruto 300 euro extra ruimte om de uitkering te verhogen.
Netto komt dat neer op ongeveer 1650 euro, laat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten. Die uitkering ontvangt iemand tot aan het pensioen.
Wat een zwaar beroep is en hoe hoog de uitkering dan uiteindelijk wordt, beslissen werkgevers en vakbonden aan de cao-onderhandelingstafels van een specifieke sector.
PermanentAl sinds december 2023 werd er gediscussieerd over een nieuwe regeling voor vroegpensioen. De huidige regeling voor vroegpensioen stopt per 2026 en de vakbonden eisten een permanente en royalere regeling. Daar is geregeld voor gestaakt.
De regeling moet het vooral voor mensen met een lager inkomen en een zwaar beroep makkelijker maken om eerder te stoppen.
Maximaal inkomen?Lang was er in de onderhandelingen sprake van een maximum inkomen van 74000 euro per jaar voor de vroegpensioen-regeling. Die is er uiteindelijk niet gekomen. "Wij hebben gestaakt om dit mogelijk te maken", zegt Piet Rietman van vakbond FNV.
Volgens hem zijn er allerlei werknemers met zware beroepen die aan het einde van hun loopbaan meer dan dat verdienen door bijvoorbeeld toeslagen voor zwaar werk. Rietman: "maar hun ruggen en knieën slijten net zo hard."
Toch zou er wel in sommige specifieke sectoren een maximum kunnen komen. Het is een optie voor werkgevers en de vakbonden tijdens onderhandelingen aan cao-tafels.
Lichter werkDe partijen willen waken dat niet te veel mensen met vroegpensioen gaan. "Massaal met vroegpensioen, zoals vroeger met de VUT, kan de samenleving niet aan door de vergrijzing", zegt Ingrid Thijssen van werkgeversorganisatie VNO NCW.
Het streven is daarom dat jaarlijks niet meer dan 15.000 werknemers met vroegpensioen gaan om een 'cultuur van vroegpensioen' te voorkomen. Elke drie jaar wordt de regeling geëvalueerd.
"Die 15.000 is geen maximum", zegt Piet Rietman van vakbond FNV. "Iedereen met een zwaar beroep heeft toegang tot de regeling. Maar als de groep zo groot is, is het wel een moment om weer in gesprek te treden om te kijken hoe we zwaar werk minder zwaar kunnen maken."
Ook dat is namelijk onderdeel van het akkoord: zwaar werk lichter maken. "We willen het liefst dat werknemers fit hun aow-leeftijd halen", zegt Ingrid Thijssen van werkgeversorganisatie VNO NCW. "Door te zorgen dat mensen met zwaar werk op tijd een andere baan krijgen als ze ouder worden. En het zware werk zelf lichter te maken door bijvoorbeeld het inzetten van een tilhulp."