Viskotter na 71 jaar gevonden bij Terschelling: 'Moeilijkste zoektocht ooit'
Op de bodem van de Noordzee voor de kust van Terschelling is het wrak van de viskotter HD8 gevonden. Het schip verging op 7 oktober 1954 met man en muis tijdens een zware storm. Duikers hebben nu een viskist met een elektromotor, snelheidsmeter en twee patrijspoorten aan land gebracht.
"Het zijn 100 procent overblijfselen van de HD8", zegt Cees Meeldijk tegen omroep NH. Meeldijk is duiker en leidt de Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten die elf vermiste schepen heeft opgespoord. "Maar dit was echt de moeilijkste zoektocht ooit", zegt hij.
De stichting is twee jaar lang op zoek geweest naar de HD8, ook bekend als de 'Jonge Jochem'. Probleem was dat er eigenlijk maar weinig archiefmateriaal was. Een paar foto's en een lijstje met de namen van de vijfkoppige bemanning: Wolter Bijker, Meindert Bijker, Jo van Dok, Klaas Bijl en naamgenoot Klaas Bijl.
De zoektocht kwam in een stroomversnelling nadat NH in september een nabestaande van twee van de bemanningsleden aan het woord had gelaten. Wout Bijker verloor op 8-jarige leeftijd zijn vader en oom en wilde heel graag weten waar het wrak was gebleven.
KoksmaatjeNaar aanleiding van die oproep meldde zich oud-visserman Frans Kraak (87). Kraak werkte als koksmaatje van 1952 tot de zomer van 1954 aan boord van de HD8. In de nacht van 6 op 7 oktober 1954, voer hij op een andere kotter, vlak bij de HD8.
"Het was een hachelijke nacht, windkracht 11. Het was het hoogtepunt van de storm. Ik was 15 en mocht niet aan dek, maar ik hoorde wel het radiocontact met de HD8. 'Ze liggen te drijven' is het laatste wat ik heb gehoord", vertelt hij.
De informatie van Frans Kraak leidt tot een doorbraak. "We zaten in een heel ander zoekgebied", aldus Meeldijk. "Frans wist te vertellen waar ze voor het laatst contact hadden gehad voor de kust van Terschelling."
Vorige week zijn er sonarscans gemaakt van het gebied, waarna duikers van het Wrakduikteam Zeester zaterdag zijn gaan zoeken. Met succes. Op 35 meter diepte lag daar, ongeveer 46 kilometer uit de kust van Terschelling, de 'Jonge Jochem'.
Meeldijk: "Ik stond te springen toen de stukken naar boven kwamen. Alle kenmerken klopten met de beschrijvingen die Frans van het schip heeft gegeven."
Kraak is onder de indruk en realiseert zich 71 jaar later hoeveel geluk hij heeft gehad. "Ik was net drie maanden van het schip af toen het verging. Dat is mijn hele leven nog bijgebleven", zegt hij. "Het is prachtig mooi dat het schip gevonden is voor de nabestaanden. Wat een geluk dat mijn woorden bewaarheid zijn."
ZeemansgrafDe HD8 ligt diep verzonken op de bodem van de Noordzee. Alleen delen van de motor en de voor- en achterkant van het schip zijn nog zichtbaar, stelt Meeldijk. Naar lichamen wordt niet meer gezocht. "Het is en blijft een zeemansgraf."
Voor de Stichting Onderzoek Maritieme Vermisten kan opnieuw een dossier worden gesloten. "Dit betekent zoveel voor de nabestaanden. Het schip is vergaan. De mensen zijn ook nooit gevonden", aldus Meeldijk. "Dat de families dit na zoveel jaar eindelijk kunnen afsluiten, dat ze weten waar hun vaders zijn gebleven, waar het schip ligt; dat is heel emotioneel."