Inspectie: huisbezoeken politie aan demonstranten kunnen averechts werken
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft kritiek op de manier waarop de politie demonstranten en actiegroepen benadert om informatie los te krijgen over hun deelname en betrokkenheid bij demonstraties.
De politie zoekt deze mensen soms thuis op. Dat wordt als intimiderend ervaren en het effect kan het tegenovergestelde zijn van wat de politie wil, zegt de inspectie in een brief aan de Nationale Politie. In plaats van dat er een vertrouwensband wordt opgebouwd, versterkt het bezoek het wantrouwen van demonstranten tegen de autoriteiten.
De inspectie adviseert de politie deze werkwijze "grondig te evalueren" en te beoordelen of ze aansluiten bij het effect dat men wil bereiken.
Minder ingrijpendDe politie is daar al mee bezig. Dat bleek gisteren bij een kort geding tegen de politie dat de actiegroep Extinction Rebellion had aangespannen vanwege deze huisbezoeken.
De politie stelde dat deze bezoeken soms nodig zijn om informatie te verkrijgen om de openbare orde te beschermen. Ze wil kijken of dat ook op een minder aangrijpende manier kan, bijvoorbeeld door eerst te kijken of een telefoongesprek met een actievoerder genoeg is.
In maart kreeg een vrouw uit Amersfoort twee agenten aan de deur die wilden weten waarom ze aan demonstraties meedeed en of ze van plan was vaker dit vaker te doen. De politie bood hier excuses voor aan:
De brief zit als bijlage bij een rapport van de inspectie over de rol van de politie bij demonstraties. Uit dat rapport komt naar voren dat de manier waarop de politie met demonstranten communiceert niet altijd bijdraagt aan "constructieve samenwerking" tussen beide partijen.
Een verklaring daarvoor is dat het omgaan met demonstranten andere vaardigheden vraagt dan agenten bij hun reguliere politiewerk nodig hebben.
Sommige agenten beschikken wel over de vaardigheden en slagen erin om ook in moeilijke en gespannen situaties contact te maken met demonstranten. De inspectie adviseert de Nationale Politie om agenten die zulke vaardigheden niet hebben daarin te trainen.
Mobiele EenheidVerder constateert de inspectie dat de zichtbare aanwezigheid van de Mobiele Eenheid (ME) bij demonstraties als een rode lap op een stier kan werken, terwijl de politie escalatie juist wil voorkomen.
Daarom moet er beter worden afgewogen wanneer de ME zichtbaar aanwezig is en wordt ingezet. Niet alleen vanwege het belang van de-escalatie, maar ook omdat het inzetten van ME een grote impact heeft op de beschikbaarheid van agenten voor andere taken.
Taken vastleggenDe inspectie stelt ook vast dat de samenleving uiteenlopende verwachtingen heeft over wat de politie bij demonstraties moet doen. Zo moet de politie het houden van demonstraties mogelijk maken, maar ook zorgen dat de orde niet wordt verstoord of de veiligheid in het geding komt.
Die taken kunnen elkaar tegenwerken. Zo wordt het recht op demonstratie soms ingeperkt, omdat de burgemeester bang is dat de openbare orde verstoord wordt.
De inspectie vraagt de minister van Justitie en Veiligheid om met de politie en de minister van Binnenlandse Zaken duidelijke afspraken over te maken over wat het faciliteren van demonstraties voor de politie precies inhoudt. Welke taken liggen bij de politie en welke bij andere partijen? Dat staat nu nergens op papier.