De Israëlische Holocaustonderzoeker Yehuda Bauer is op 98-jarige leeftijd overleden. Als historicus was hij cruciaal voor de ontwikkeling van dat thema als een apart onderzoeksgebied. Ook was hij een toonaangevend autoriteit op het gebied van wereldwijd antisemitisme.
De in Praag geboren Bauer was in 1939 op het nippertje zelf aan de nazi's ontsnapt, toen die zijn geboorteland Tsjechoslowakije bezetten. Zijn vader wist het gezin op 15 maart, de dag van de inval, het land uit te krijgen.
"Er stapten zelfs nazi's in onze trein toen we uit Tsjechoslowakije reden", zei hij eens in gesprek met documentairemaker Claude Lanzmann. "De machinist reed zonder Duitse toestemming de Poolse grens over. Zo werden we gered."
Angst als uitgangspunt
Het gezin vond toevlucht in Palestina, destijds nog een Britse mandaatgebied. Bauer werd er actief in de Palmach, de stoottroepen van de Joodse gemeenschap in het gebied, die later zouden uitgroeien tot het leger van Israël. Hij vocht in 1948 in de Arabisch-Israëlische Oorlog na de oprichting van de staat Israël.
Toen hij in vredestijd weer ging studeren, richtte hij zich aanvankelijk op de recente geschiedenis van zijn nieuwe thuisland. Holocaustoverlevende Abba Kovner overtuigde hem echter dat dat verhaal ondergeschikt was aan de grote misdaad die de Joden net hadden meegemaakt.
Toen de twintiger tegenwierp dat het onderwerp hem angst aanjoeg, zei Kovner dat dat "een uitstekend uitgangspunt" was.
Overlevenden interviewen
Er was destijds nog maar weinig aandacht voor de Jodenvervolging als apart onderzoeksthema. Bauer zag de industriële moord op mensen als "iets dat onze eeuw heeft veranderd en misschien wel alle eeuwen heeft veranderd - en daarom onderzocht moet worden".
Hij begon daarom met het interviewen van overlevenden om hun verhalen vast te leggen. "Je mag niet blijven zwijgen, want dan gaan deze ervaringen verloren, die een waarschuwing voor het Joodse volk en alle anderen moeten zijn", redeneerde hij. Dat hij Tsjechisch, Slowaaks, Duits, Engels, Hebreeuws, Jiddisch, Frans en Pools sprak, hielp daarbij enorm.
Bauer richtte zich op verschillende aandachtsgebieden. Zo bestudeerde hij hoe er tijdens de oorlog in Europa en de VS was gereageerd op berichten over de volkerenmoord. Hij bestreed daarnaast het idee dat Joden "als lammeren naar de slachtbank waren geleid", een verhaal dat hij ontkrachtte door de vele vormen van Joods verzet te benadrukken, zoals de gedoemde opstand in het getto van Warschau in 1943.
Door zijn expertise werd Bauer hoogleraar Holocaust Studies aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, de oprichter van het eerste centrum voor de bestudering van antisemitisme in Israël en de eerste hoofdredacteur van het vakblad Holocaust en Genocide Studies. Ook zette hij zich in voor de erkenning van een internationale Holocaustgedenkdag.
Waarschuwen
In zijn studies benadrukte Bauer telkens weer dat hij de Holocaust met geen enkele andere genocide vergelijkbaar vond. Niet eerder of erna was een volk zo totaal en redeloos vervolgd. "De nazi's hadden nooit het idee alle Russen te vermoorden", redeneerde hij bijvoorbeeld, maar "alle Joden wereldwijd moesten worden uitgeroeid".
Vergelijkingen met de Holocaust vond hij dan ook al snel mank gaan. Vorig jaar nog, na de aanvallen van 7 oktober in Israël, waarschuwde hij politici die Hamas de nieuwe nazi's noemden de Holocaust niet te politiseren en de grote verschillen in context in het achterhoofd te houden.
Toch bleef hij ook tot op hoge leeftijd waarschuwen voor het antisemitisme dat hij telkens weer zag terugkeren. "De Holocaust was ongekend, maar niet uniek. Als het uniek zou zijn geweest, konden we het wel vergeten omdat het maar een keer kon gebeuren. Maar het kan weer gebeuren. En wij zijn er om dat te voorkomen."