Vlaams OM start gerechtelijk onderzoek naar column Brusselmans
Het Openbaar Ministerie in Oost-Vlaanderen is een gerechtelijk onderzoek gestart naar een omstreden column van Herman Brusselmans in het Vlaamse weekblad Humo. Volgens persbureau Belga is het OM het onderzoek gestart na een officiële klacht van de European Jewish Association (EJA), een vereniging van Joodse gemeenschappen in Europa.
De column verscheen op 4 augustus met daarin onder meer de passage: "Ik zie een beeld van een huilend en schreeuwend Palestijns jongetje dat helemaal buiten zinnen om z'n onder het puin liggende moeder roept, en ik beeld me in dat dat jongetje m'n eigen zoontje Roman is, en de moeder m'n eigen vriendin Lena, en ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom een puntig mes los door de keel wil rammen."
Het stuk maakte veel los. Joodse organisaties reageerden woedend en de Nederlandse schrijver Arnon Grunberg stapte na 25 jaar op als columnist bij het weekblad. Ook de Israëlische ambassadeur in België liet van zich horen. De column werd door Humo offline gehaald, maar zorgde alsnog voor een reeks bedreigingen aan het adres van de adjunct-hoofdredacteur van het blad.
'Aanzetten tot haat en geweld'Het parket Oost-Vlaanderen was eerder al een opsporingsonderzoek gestart, maar door de nieuwe klacht is een gerechtelijk onderzoek opgezet. Daarbij heeft de onderzoeksrechter meer bevoegdheden. EJA had eerder al aangekondigd een klacht in te willen dienen en ging in overleg met verschillende organisaties.
Volgens de advocaat van de vereniging gaat het om een klacht gebaseerd op aanzetten tot haat en geweld. "Maar over de inhoud kan ik geen details geven. Het onderzoek is nu in handen van de onderzoeksrechter, die zal bepalen wat er moet gebeuren", aldus David Szafran tegen de Vlaamse publieke omroep VRT.
In België komt het dossier van een gerechtelijk onderzoek na afronding bij de raadkamer terecht. Die beslist of er voldoende aanleiding is om de zaak voor de rechtbank te krijgen. Het is daardoor nog onduidelijk of Brusselmans daadwerkelijk voor de rechter moet verschijnen.