In Kamp Vught hebben de nazi's in de laatste maanden voor de bevrijding meer verzetsmensen omgebracht dan tot nu toe werd aangenomen. Geen 329, maar rond de 400. Dat schrijft journalist en historicus Ad van Liempt in zijn nieuwe boek Wraak op het verzet.
Van Liempt reconstrueert de laatste maanden van het kamp aan de hand van getuigenverklaringen en andere documenten in archieven in binnen- en buitenland.
Er waren genoeg verhalen bekend van individuele personen, maar een overzicht van wat de gevangenen was overkomen ontbrak nog, zegt hij. De verzetsmensen werden slachtoffer van de wraak van de nazi's en mogen niet worden vergeten. "Dat is de doelstelling van mijn boek."
In allerijl afgevoerd
Kamp Vught was tijdens de Tweede Wereldoorlog het enige SS-concentratiekamp in Nederland. Daar zaten de mensen die zich het felst tegen de nazi's verzetten.
Vlak voor het opheffen van het kamp werden de resterende 3450 gevangenen in alle haast gedeporteerd, in opdracht van SS-leider Himmler. Dat gebeurde op dinsdag 5 september 1944, bekend als Dolle Dinsdag, en woensdag 6 september 1944. In het najaar werd het zuiden van Nederland bevrijd.
Voor hen volgde de gruwelijke treinreis naar beruchte kampen. Opeengepakt in een goederenwagon, dagenlang, zonder eten en drinken. De mannen gingen naar Sachsenhausen, de vrouwen naar Ravensbrück. Daar was toen al een tekort aan eten en medische voorzieningen. Gevolg daarvan was dat meer dan de helft niet meer terugkwam, vermoedelijk meer dan 1900 mensen.
Fusilleren
In de maanden daarvoor, toen de geallieerden vanuit Normandië optrokken, begonnen de nazi's al met het fusilleren van verzetsmensen. De eerste executie was op 13 juni 1944. Iedere avond werden tien tot twintig mannen geëxecuteerd. Hun aantal werd slechts beperkt door de capaciteit van het crematorium in het kamp, zegt Van Liempt.
De spanning in "de bunker", de ondoordringbare gevangenis waar enkele honderden mannen zaten, moet ondraaglijk zijn geweest. Ze hoorden het geknal van het vuurpeloton. Iedere avond kon hun laatste zijn. "Deze mensen werden geëxecuteerd zonder enige vorm van proces. Het rechtssysteem was onder Hitler afgeschaft en zonder juridisch oordeel werden ze planmatig vermoord."
Administratieve chaos
329 namen staan er gegraveerd op een gedenkteken op de voormalige fusilladeplaats. Maar het moeten er dus meer zijn geweest. "Het was in die periode een totale chaos in het kamp, zeker ook administratief", zegt Van Liempt. "Er zitten in het archief aanwijzingen dat de mensen die de gegevens bijhielden zelf zeggen dat die niet compleet zijn."
Wie er precies is vermoord en wanneer is volgens hem niet meer na te gaan. "Maar als je alle gegevens bij elkaar legt en optelt en aftrekt, dan kom ik op ruim 400 slachtoffers. Ik kan het niet bewijzen, maar de aanwijzingen zijn heel duidelijk."
Directeur Jeroen van den Eijnde van Kamp Vught, dat nu een monument en herinneringscentrum is, noemt het onderzoek van Van Liempt een "onmisbare toevoeging" aan wat er al bekend is over het Konzentrationslager Herzogenbusch, zoals de nazi's het noemden. Hij wil graag dat er verder onderzoek naar wordt gedaan. "Er is een plek op het monument voor hen."
Afgevoerd naar de hel
Volgende week is Dolle Dinsdag 80 jaar geleden. De laatste gevangenen werden afgevoerd op het moment dat de bevrijding leek te naderen.
"Ze hoorden zelfs geluiden van de naderende geallieerden", zegt Van Liempt. "Ze vielen elkaar in de armen van vreugde dat ze het hadden overleefd, en dan opeens slaat de stemming om, komen de treinen voorrijden. Die mensen werden afgevoerd naar wat ik zou willen samenvatten als de hel."
Dat gebeurde volgens Van Liempt omdat de nazi's absoluut niet wilden dat de verzetsmensen in het kamp in handen van de geallieerden zouden vallen. "Vandaar dat die volstrekt idiote operatie tot stand kwam om ze allemaal af te voeren. Een soort genocidale actie die wel de nodige aandacht verdient."