De overheid heeft te lang geen grip gehad op arbeidsmigratie en moet regie nemen. Met nieuwe toelatingseisen moet worden voorkomen dat werkgevers straks massaal goedkope arbeidskrachten van buiten Europa werven.
Dat stelt de Adviesraad Migratie, een onafhankelijk adviescollege voor de overheid. Die zegt dat vooral werkgevers en rijken de afgelopen decennia hebben geprofiteerd van de komst van honderdduizenden arbeidsmigranten.
"Werkgevers genieten doorgaans van de lusten van arbeidsmigratie, maar de lasten komen juist in de samenleving terecht", zegt Monique Kremer, voorzitter van de adviesraad. "We willen beleid dat goed is voor iedereen."
Ze wijst op misstanden waarbij arbeidsmigranten worden ontslagen bij ziekte of slecht zijn gehuisvest. "Ook dakloosheid is een probleem", zegt Kremer.
Arbeidsmigratie van buiten de EU
Volgens de raad is het arbeidsmigratiebeleid vooral gericht op economische groei, maar moet ook gekeken worden naar maatschappelijke en ecologische behoeften. Daarom moet er een puntensysteem komen waarin wordt geregeld wie met welk doel welkom is.
In de afgelopen decennia zijn met name arbeidsmigranten ingezet in distributiecentra, tuinbouw en de vleesverwerkende industrie, terwijl juist behoefte is aan arbeidskrachten in de gezondheidszorg en de energietransitie. "Zonder visie en grip op arbeidsmigratie dreigen we een lagelonen-economie te worden", zegt Kremer.
Bovendien wordt het in de toekomst uitdagender om personeel uit Europa aan te trekken. Landen als Polen en Roemenië vergrijzen namelijk sneller dan Nederland. De lonen stijgen daar ook sterk. Daarom wordt arbeidsmigratie van buiten de EU belangrijker voor de Nederlandse economie.
Puntensysteem
Op arbeidsmigratie binnen de EU heeft de overheid relatief weinig invloed, aan migranten buiten de EU kunnen wel eisen worden gesteld. De adviesraad stelt dus voor om met een puntensysteem te werken. Hierin worden zowel economische als maatschappelijke en ecologische gevolgen meegewogen om te bepalen of een arbeidsmigrant van buiten Europa kan worden toegelaten.
Met dit systeem wordt de komst van een arbeidsmigrant getoetst op loon, beroep, sector, huisvesting en taalbeheersing. De eerste drie criteria geven inzicht in de economische bijdrage en ecologische gevolgen. "Dan kan er worden geselecteerd op beroepen die aansluiten bij de economie die wij graag willen", zegt Kremer.
De laatste twee criteria gaan over de lasten voor de samenleving. Krijgen nieuwe landgenoten bijvoorbeeld Nederlandse les van hun werkgever aangeboden? En is er een woning voor hen beschikbaar?
Verbod op uitzendkrachten
Om ook meer grip te krijgen op arbeidsmigranten binnen de EU moeten volgens het advies arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden verbeteren. "Met hogere lonen, minder uitzendwerk en een minder flexibele arbeidsmarkt kun je de toegang van arbeidsmigranten van binnen de EU tot de arbeidsmarkt indirect beïnvloeden", zegt Kremer.
"Als de lonen voor bijvoorbeeld tomatenplukkers stijgen dan willen mensen die nu al in Nederland zijn dat werk misschien wel doen", zegt Kremer.
Vier jaar geleden voerde Duitsland een verbod op uitzendkrachten in de vleessector in. Dat heeft geleid tot meer mensen in vaste dienst en betere arbeidsomstandigheden. Minister Van Hijum van Sociale Zaken zei vorige week zo'n verbod te overwegen.