PO-Raad: doorstroomtoets leidt tot verschillen tussen leerlingen en scholen
Leerlingen hebben dit schooljaar voor de tweede keer de doorstroomtoets gemaakt op de basisschool. Maar de toets die bedoeld is om de kansengelijkheid te bevorderen, leidt juist tot grote verschillen tussen leerlingen en scholen. Dat blijkt uit een vandaag verschenen rapport van de PO-Raad, de belangenbehartiger van scholen in het (speciaal) basisonderwijs.
De doorstroomtoets werd vorig jaar ingevoerd, voorheen was er een centrale eindtoets. De doorstroomtoets maakte het voor leerkrachten verplicht om 'kansrijk' te adviseren: maakt de leerling de doorstroomtoets beter dan verwacht, dan wordt het advies voor de middelbare school naar boven bijgesteld.
Uit de analyse van de PO-Raad komt naar voren dat dat bijstellen vaker gebeurt in kansrijke dorpen en steden. Het zijn plaatsen waar meer welvarende gezinnen wonen die bovendien taalvaardig zijn en waar genoeg hulp, kennis en geld is om kinderen te ondersteunen, zoals Bloemendaal en Naarden. Ook blijkt dat scholen niet altijd hetzelfde schooladvies geven op basis van de toetsresultaten.
Flinke verschillen in uitkomstDaarnaast is volgens de PO-Raad duidelijk geworden dat er tussen de zes toetsaanbieders verschillen zijn in de normering. Zo volgt uit sommige toetsen vaker een vwo-advies dan uit andere. De percentages van leerlingen met een vwo-advies loopt uiteen van 19 procent tot 37 procent. "Ook al presteren leerlingen hetzelfde op de toets, toch krijgen ze soms een ander toetsadvies, afhankelijk van de toets die ze maken", concludeert de organisatie.
"Het invoeren van de doorstroomtoets moest de kansengelijkheid vergroten. Dat is niet is gelukt", zegt Freddy Weima, voorzitter van de PO-Raad. "Het maakt nog steeds uit welke doorstroomtoets je maakt en de verplichte bijstelling pakt vooral gunstig uit voor kinderen die al in een relatief kansrijke omgeving opgroeien."
Overigens krijgen leerlingen nu wel vaker meervoudige adviezen. Een docent legt dan bijvoorbeeld aan een leerling zowel het advies tl-mavo als havo voor. Volgens de PO-Raad draagt dit juist bij aan kansengelijkheid.
Terug naar één doorstroomtoetsDe brancheorganisatie wil dat de doorslaggevende rol die de doorstroomtoets heeft opnieuw wordt bekeken. Ook pleit de raad voor één doorstroomtoets en roept de politiek op om niet te wachten op het nieuwe kabinet voor het aanpakken van de toets.
De Tweede Kamer wil ook dat het aantal aanbieders wordt teruggebracht naar één, daarover werd in december 2024 een motie aangenomen. Demissionair staatssecretaris Paul komt daarom in het najaar met een voorstel. Voor het schooljaar 2025-2026 verandert er nog niets en dus is het voorlopig nog aan de scholen welke toets ze kiezen.
Het College van Toetsen en Examens (CvTE), dat verantwoordelijk is voor de kwaliteit en het niveau van de doorstroomtoetsen, wil inhoudelijk niet ingaan op de verschillen tussen de toetsen en komt binnenkort met een eigen rapport.