Britten erkennen Palestijnse staat en willen tweestatenoplossing nieuw leven inblazen
Ruim een eeuw na de Balfour Declaration, waarmee Groot-Brittannië in 1917 de basis legde voor de oprichting van Israël, erkent de Britse regering nu ook de Palestijnse staat. Dat maakte het Verenigd Koninkrijk vandaag bekend, in aanloop naar de bijeenkomst van wereldleiders bij de Verenigde Naties in New York, waar het conflict tussen Israël en Gaza prominent op de agenda staat.
De erkenning gebeurt in samenspraak met landen als Frankrijk, Luxemburg, Australië, Canada, Malta en Portugal: een gecoördineerde poging om druk uit te oefenen op Israël. Ook Australië en Canada erkenden vandaag de Palestijnse staat.
Premier Starmer kondigde in juli al aan de Palestijnse staat te willen erkennen als Israël geen staakt-het-vuren zou afkondigen en maatrelen zou nemen om het lijden in Gaza te verlichten. Omdat aan die voorwaarden niet is voldaan, zet Starmer dit nu door. De Britse premier noemt dat "een morele plicht".
Woedende reactiesIn Israël werd het plan door politici bestempeld als het "belonen van Hamas voor terreur". President Trump en premier Netanyahu doen het tevens af als een "symbolische" zet die in Gaza niets zal veranderen.
Toch geldt: hoezeer de erkenning ook symbolisch is en de oorlog niet zal beëindigen, het blijft een krachtig moreel en politiek statement dat gewicht heeft.
Tot nu toe hebben de meeste G7-landen (Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) Palestina niet erkend, ondanks vele decennia van conflict en oplaaiend geweld. Maar er lijkt een duidelijke kentering gaande in het Westen.
Steeds meer invloedrijke Westerse landen komen tot dezelfde conclusie: dat Israëls handelen in Gaza niet zonder gevolgen kan blijven na bijna twee jaar oorlog, 65.000 doden en een VN-commissie die het aanmerkt als 'genocide'.
Geen hoofdstadPalestina is tegelijk wel en niet een staat: het is door sommige landen erkend, maar door het langdurige conflict met Israël heeft het geen internationaal erkende grenzen, geen hoofdstad en geen officieel leger.
Starmer spreekt, net als veel andere politici, vaak over een "tweestatenoplossing" waarin er naast Israël ook een Palestijnse staat zou bestaan, ruwweg volgens de lijnen van vóór de Arabisch-Israëlische oorlog van 1967. In de praktijk zijn die plannen echter nooit van de grond gekomen. Ze zijn ook steeds moeilijker geworden door de illegale nederzettingen van Israël.
Het erkennen van de Palestijnse staat roept complexe vragen op over de praktische uitvoering. Bijvoorbeeld: wat wordt precies erkend, als de grenzen van de staat niet duidelijk zijn? Hoe kan de staat erkend worden zonder interactie met Hamas? Wordt er een Britse ambassadeur gestuurd, en vice versa, en onder welke regering zou de Palestijnse ambassadeur dan vallen? Op dit moment zijn deze kwesties nog onduidelijk.
Onder drukStarmer staat al enige tijd onder druk binnen zijn eigen Labourpartij om daadkrachtiger op te treden tegen Israël. Tegelijk zijn de Amerikanen daar fel op tegen, en wil Starmer die belangrijke bondgenoot liever niet tegen de haren instrijken. Afgelopen week ontvingen de Britten Trump voor een grandioos koninklijk staatsbezoek, om de banden tussen de twee landen te verstevigen.
Binnen Starmers Labourpartij zijn er prominente leden, zoals de Londense burgemeester Sadiq Khan, die openlijk uitspreken dat wat er in Gaza gebeurt een genocide is. Dat zet Starmer onder druk om een duidelijker standpunt in te nemen.
Tegelijk wordt hij zijlings ingehaald door zijn voorganger oud-premier Tony Blair, die aan tafel zit bij de regering-Trump en de Golfstaten om te praten over de toekomst van Israël en Gaza. Ook dat wekt niet de indruk dat Starmer zelf stevig aan het roer zit met zijn Midden-Oostenbeleid.