Geweld tussen druzen en bedoeïenen in Zuidwest-Syrië laait op
In het zuidwesten van Syrië is het tot gewelddadige confrontaties gekomen tussen de druzische minderheid en Arabische bedoeïenen. Sinds zondag zijn bij geweld tussen deze groepen negentig mensen gedood, zegt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
De hevige gevechten vinden hun oorsprong in diepgewortelde etnische tegenstellingen met spanningen over land en water. De situatie escaleert in het machtsvacuüm na de val van het Assad-regime, en wordt aangewakkerd door armoede en de inmenging van gewapende groepen.
Volgens Abdou Bouzerda, Midden-Oosten-kenner en journalist van de VPRO, is dit geen op zichzelf staand incident. "Het is een mengelmoes van alles en nog wat: etnische spanningen, ordinaire ruzies, toegang tot waterbronnen. Er werd eerder deze zomer een druzische groenteboer ontvoerd, en dat escaleerde in een heuse oorlog."
Ook Alaa Abou Fakher, lid van de druzische gemeenschap in Nederland, ziet dit patroon. "Het is niet de eerste keer dat er geweld losbarst tussen deze gemeenschappen in Sweida. Het gaat vaak over kleine dingen, bijvoorbeeld schapen die op verboden plekken grazen."
Volgens Abou Fakher begon het recente geweld nadat bij een checkpoint van bedoeïenen een groentewagen was gestolen van een druzische man. De bestuurder werd ontvoerd en in reactie daarop ontvoerde een groep druzen uit het dorp Ariqa enkele bedoeïenen.
De spanningen hebben een lange geschiedenis. Bedoeineherders en druzische boeren botsen al decennia over landgebruik en de toegang tot water. Deze oude ruzies worden nu aangewakkerd door de economische neergang, het ontbreken van overheidsgezag en de aanwezigheid van gewapende groepen. Aanvallen op reizigers, zoals op de weg tussen Sweida en Damascus, komen steeds vaker voor.
Door de nabijheid van de grens met Jordanië is Sweida ook een centrum van de productie en smokkel van captagon, een synthetische drug die populair is in het Midden-Oosten. "Beide groepen richten checkpoints op om die productie te controleren en belasting te heffen", zegt Bouzerda.
Rol van de regeringDe centrale regering in Damascus grijpt het geweld aan om haar grip op het zuiden van Syrië te versterken. Bouzerda: "Wat je nu ziet is dat de regeringstroepen alsnog naar het gebied trekken, op verzoek van de druzische gemeenschap. Toch is die hierover ook verdeeld. Een grote groep verwelkomt die ordetroepen uit Damascus, maar een andere groep wil juist geen bemoeienis. Dit kan ook weer spanningen oproepen, dus uiteindelijk is het balanceren op een koord voor de regering in Damascus", zegt Bouzerda.
Daar komt bij dat de druzische gemeenschap wantrouwen koestert tegen de regering. "De nieuwe interim-president Ahmed al-Sharaa heeft een terroristische achtergrond en daarom is er veel argwaan", zegt Abou Fakher. "De hoop was dat hij als sterke man de verschillende milities in toom zou kunnen houden, maar tot nu toe hebben we daar nog weinig van gezien. De regeringstroepen doen niets."
Angst voor herhaling LatakiaVeel druzen vrezen een herhaling van eerder sektarisch geweld. "De druzen zijn vooral bang voor een herhaling van wat er in Latakia is gebeurd", aldus Abou Fakher. In maart werd daar de alawitische minderheid slachtoffer van een massamoord.
Om het geweld in Sweida te stoppen, zijn er structurele maatregelen nodig, zegt Wassim Hassan, een Syrische Nederlander die via een stichting Syrische vluchtelingen in Nederland helpt. "Het vergt een neutrale en sterke veiligheidsaanwezigheid, een nationale dialoog over de onderliggende oorzaken van het conflict en betere economische omstandigheden."
"Daarnaast moet de regering zich openstellen voor alle Syrische bevolkingsgroepen en zorgen dat afspraken worden nageleefd", zegt Hassan. Bouzerda ziet ondanks alles een sprankje hoop: "Er zijn weliswaar geen peilingen over gedaan, maar het lijkt er toch op dat een meerderheid van de Syriërs in eenheid binnen Syrië wil blijven leven."
Een einde aan de internationale sancties zou de regering in Damascus de middelen geven om wegen te herstellen, scholen te heropenen en zo haar legitimiteit te versterken. "Als de sancties tegen Syrië verder worden opgeheven heeft de regering weer een troef in handen," zegt Bouzerda.