Mentale gezondheid Limburgse 'koempels' onderzocht: 'Werd niet over gepraat'
In de oude mijnstreek rond Heerlen, Kerkrade en Landgraaf komen nog steeds bovengemiddeld veel psychische klachten voor. Maastricht University onderzoekt samen met onder meer een instelling voor geestelijke gezondheidszorg of dat komt door de langetermijneffecten van werken in de mijnen.
"Een groot deel van de mannelijke bevolking werkte in de mijnen", zegt onderzoeker Stéphanie Speth tegen L1 Nieuws. "Het was een bijzonder beroep, maar ook één van de gevaarlijkste beroepen die er bestond. Het kan niet anders dan dat dit ook zijn sporen heeft nagelaten op mentaal vlak."
In Limburg is al vaker onderzoek gedaan naar de fysieke gevolgen voor het loodzware werk van de 'koempels', zoals de mijnwerkers genoemd werden. Zo kampten velen van hen met stoflongen. Die aandoening leidt tot onder meer ademhalingsproblemen, zoals kortademigheid en chronische hoest.
Uit andere, buitenlandse studies blijkt dat mijnwerkers vaker kampen met angststoornissen, depressies, trauma's en verslavingsproblemen. "We willen dit in onze regio nu concreet in kaart brengen", legt Speth uit.
Niet over gepraatDat er weinig gepraat wordt over mentale klachten van de Zuid-Limburgse mijnwerkers, valt te verklaren, zegt Speth. "In de cultuur van toen hoorde dat er gewoon niet bij. In de mijnen heerste een hele masculine sfeer: als er iets gebeurde, werd er niet veel over gepraat. Maar veel mannen hebben ernstige ongelukken gezien of meegemaakt, of zelfs goede vrienden verloren. Dat laat zijn sporen na."
Ook de sluiting van de mijnen in de jaren zestig en zeventig was een klap voor veel mensen in de regio. "De mijnbouw heeft zo'n grote rol gespeeld in deze regio, economisch, cultureel en sociaal. Van een relatief welvarend gebied veranderde Zuid-Limburg in een regio met hoge werkloosheid en sociale problemen. Die veranderingen hebben zich ook in latere generaties doorgezet."
Meer behoefteDe onderzoeker van Maastricht University hoorde van medewerkers van het Nederlands Mijnmuseum in Heerlen dat er inmiddels meer behoefte is om over de mentale aspecten te praten. "Er komen veel oud-mijnwerkers naar het museum. Als er dan over gesproken wordt, komen er toch wel veel emoties los."
Het onderzoek richt zich op de geestelijke gezondheid van vijftien voormalig mijnwerkers en de impact op hun gezinnen, partners en de effecten van de mijnsluitingen. Speth heeft inmiddels met vijf van hen gesproken. Dat bleek best een uitdaging. "We moesten het vertrouwen winnen. Maar je merkt wel dat er nu behoefte is aan het delen van verhalen, ook van de waarheid."
Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om betere geestelijke gezondheidszorg te kunnen bieden aan oud-mijnwerkers. Speth: "Hoe kunnen we hen helpen? Daarvoor moeten we eerst onderzoeken welke thema's er spelen en de eventuele behoeften zijn." Het onderzoek loopt nog tot eind 2026.