Fladderende vlinders in tuinen en op balkons worden zeldzamer. Nooit eerder werden er zo weinig gespot als bij de Vlindertelling van afgelopen weekend. Maar liefhebbers kunnen de vlinderpopulatie en de fors afgenomen biodiversiteit een handje helpen.
Wie het wil, kan zijn tuin of dakterras aantrekkelijker maken voor insecten. "Alle tuinen bij elkaar zijn een groot gebied", zegt Koos Biesmeijer van de onderzoeksgroep Nederlandse Biodiversiteit en Samenleving in Naturalis. Het zijn belangrijke verblijfplaatsen voor dieren, zo legt hij uit, mede doordat "grote delen van het landbouwgebied eigenlijk een soort woestijn zijn. En dat is dan nog een belediging voor de woestijn."
Na decennia intensieve landbouw en veeteelt is Nederland kampioen biodiversiteitsverlies. Dit probleem wordt natuurlijk niet zomaar opgelost door je achtertuin te vergroenen, erkent Kars Veling van de Vlinderstichting. Desalniettemin "heeft het absoluut nut. En een heleboel maatregelen voor meer vlinders pakken ook voor andere insecten positief uit."
Niet elke plant die je in een tuincentrum koopt, bevordert de biodiversiteit. Veling en Biesmeijer raden mensen aan zo veel mogelijk bloemen, struiken en bomen aan te schaffen die biologisch zijn geteeld, oftewel niet bespoten met bestrijdingsmiddelen.
Hoe schadelijk deze chemicaliën zijn voor plant en dier hangt af van het type bestrijdingsmiddel en de dosering. "Systemische pesticiden zitten bijvoorbeeld verspreid over de hele plant", vertelt Biesmeijer. "Als een rups daarvan eet of als een vlinder de nectar drinkt, zal het effect hebben. Die stoffen zijn gemaakt om insecten te doden." Via vogels die de insecten eten, kan het middel vervolgens in de rest van de voedselketen belanden.
Volgens de twee experts is het onbespoten aanbod in tuincentra nu nog beperkt. "Het is vaak ook wat duurder", licht vlinderkenner Veling toe. Hij hoopt dat de vraag naar biologisch geteelde planten toeneemt, zodat ook het aanbod zal volgen.
Minder maaien
Over het algemeen geldt: hoe gevarieerder het aanbod van planten, hoe meer diersoorten zich ergens thuis voelen. Veling raadt ook aan minder te maaien en gefaseerd te snoeien. "Probeer niet alles in een keer te doen, maar laat stukjes staan." Insecten hebben dan een plek om te schuilen.
Hetzelfde geldt voor het winterklaar maken van de tuin. "Sommige mensen halen bijna alles weg wat boven de grond uit steekt, maar daar zitten nog allemaal eitjes van rupsen tussen." Hij roept mensen op de resten niet gelijk in de groene bak te gooien en wat meer te laten staan. Dat past niet in het klassieke beeld van een strak aangeharkte tuin, "maar je moet wat overhebben voor biodiversiteit."
De twee kenners roepen mensen op geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken in hun tuin. "Het is eigenlijk een no brainer, maar zulke middelen worden veel verkocht", zegt Biesmeijer, die ook hoogleraar Natuurlijk en Kapitaal is aan de Universiteit Leiden.
Wie meer insecten en diersoorten wil hebben, kan spontaan opkomende planten beter laten staan. Biesmeijer: "De soorten die onder de noemer onkruid vallen, hebben vaak de meeste waarde voor de biodiversiteit." Zo zijn meerdere vlindersoorten afhankelijk van brandnetels, die worden gegeten door rupsen.
'Hortensia is waardeloos'
Een hortensia lijkt misschien de ideale plant voor een vlinder. Toch is hij dat zeker niet, legt de hoogleraar uit. "De grote bloemen van een hortensia zijn zo ver doorgekweekt dat ze geen stuifmeel of nectar meer bevatten. We kunnen het leuk vinden of niet, maar ze zijn waardeloos voor de biodiversiteit."
Rupsen eten graag planten die oorspronkelijk voorkomen in Nederland. Eenmaal uit hun cocon halen ze volgens Biesmeijer als vlinders net zo graag nectar uit exotische soorten. "Vlinderstruiken zijn bijvoorbeeld niet inheems, maar zijn wel heel goed voor vlinders, zolang ze maar onbespoten zijn", benadrukt hij.
De Vlinderstichting heeft een lijst met tips hoe je een tuin vlindervriendelijk maakt.