Hoewel Amerikanen over anderhalve week in liefst vijftig staten naar de stembus gaan voor de presidentsverkiezingen, gaat het in de VS vooral over de zeven staten waar zowel Republikeinen als Democraten geen overduidelijke meerderheid hebben. De kandidaten Kamala Harris (Democraat) en Donald Trump (Republikein) zijn al maanden niet weg te slaan uit deze swing states. Want de experts zijn eensgezind: kiezers in deze staten bepalen wie straks de nieuwe president wordt. Wat is de stand van zaken in de strijd tussen Harris en Trump?
Conclusies trekken op basis van peilingen is giswerk, maar alle media in de VS durven wel te stellen dat het land afkoerst op uiterst spannende verkiezingen. In de gebundelde en gewogen peilingen van dataplatforms als FiveThirtyEight en RealClearPolitics ontlopen Trump en Harris elkaar nauwelijks in de zeven staten die zijn aangemerkt als swing state (Nevada, Arizona, Wisconsin, Michigan, Pennsylvania, North Carolina en Georgia). In zo'n beetje alle gevallen valt het verschil tussen de twee binnen de foutmarge.
Kop of munt
FiveThirtyEight simuleert op basis van statistiekmodellen en peilingen de verkiezingen. In de recentste reeks van duizend simulaties won Trump 507 keer. Harris won 489 keer. In vier gevallen waren de verschillen zelfs te klein om een winnaar uit te roepen.
De datasite benadrukt in een verantwoording dat het te vroeg is om Trump op basis van de simulaties te bestempelen als favoriet op 5 november. "Hoewel Trump de afgelopen weken onmiskenbaar wat terrein heeft gewonnen, zouden een paar goede peilingen voor Harris haar morgen gemakkelijk weer aan de leiding kunnen brengen", aldus het platform. Volgens FiveThirtyEight is het "kop of munt" wie de verkiezingen wint.
Dat is ook de gedeelde conclusie van politiek analisten. Zij zijn het er over eens dat Pennsylvania een sleutelrol gaat spelen. Van de zeven swing states heeft die staat de meeste kiesmannen: negentien. Voor zowel Trump als Harris wordt het bijzonder lastig om zonder Pennsylvania de 270 kiesmannen te krijgen die nodig zijn voor het winnen van de verkiezingen.
Juist in Pennsylvania lijken de verschillen tussen de twee het kleinst: in de meeste peilingen is het verschil minder dan een procent. Aangezien elke stem doorslaggevend kan zijn, halen Trump en Harris in de laatste dagen van hun campagne alles uit de kast om vooral in de oostelijke staat de laatste twijfelaars over de streep te trekken. Zo bakte Trump er eerder deze week nog patat in een McDonald's en lanceerde zakenman Elon Musk, die Trump steunt, in Pennsylvania een geruchtmakend initiatief om elke dag een miljoen dollar te verloten onder mensen die een grondwetpetitie ondertekenen.
Harris kreeg deze week in de staat hulp van oud-president Obama en rockicoon Bruce Springsteen. Verder noemde Harris Trump woensdag een fascist bij een ontmoeting met kiezers in Pennsylvania, die live werd uitgezonden door CNN. Daarmee veranderde ze de toon van haar campagne: eerder bleef Harris weg van dergelijke typeringen en focuste ze op een meer optimistische boodschap voor het land.
Pas na de verkiezingen is er iets te zeggen over welke strategie het succesvolst was. Wel blijken kiezers bereid om naar de stembus te gaan, zeker op de plekken waar ze het verschil kunnen maken. North Carolina en Georgia noteerden vorige week recordaantallen op de eerste dag van het vervroegd stemmen in die staten en gisteren hadden al ruim 25 miljoen Amerikanen hun stem uitgebracht.
Harris heeft volgens kiezersonderzoek van persbureau AP de voorkeur bij kiezers die thema's als klimaat of abortus het belangrijkst vinden. Als het gaat om de economie of immigratie lijken de kiezers het meeste vertrouwen te hebben in Trump.
AP benadrukt daarbij dat tal van andere factoren ook een rol spelen bij de keuze voor een kandidaat, zoals persoonlijkheid, loyaliteit aan een partij en de sociale omgeving. Verder is de wereld aanzienlijk veranderd sinds de vorige verkiezingen in 2020, toen de coronapandemie nog topprioriteit was voor de Amerikaanse kiezer.
Legers aan advocaten
Daar komt bij dat peilbureaus al twee verkiezingen op rij moeite hebben om met name de achterban van Trump in kaart te brengen. In 2016 was het daardoor een enorme verrassing toen Trump de in de peilingen gedoodverfde winnaar Hillary Clinton versloeg.
Ook in 2020 was het verschil tussen winnaar Joe Biden en Trump kleiner dan gepeild: pas vier dagen na de verkiezingen werd Biden door vrijwel alle media uitgeroepen als winnaar, in een onrustige tijd vol hertellingen en tal van ongefundeerde stemfraudebeschuldigingen uit het kamp van Trump.
Het deed veel Amerikanen terugdenken aan de verkiezingen in 2000, toen Florida de sleutelstaat was in de strijd tussen de Democraat Al Gore en de Republikein George W. Bush. Uiteindelijk velde het Hooggerechtshof ruim een maand na de verkiezingen een oordeel en won Bush de staat, en het presidentschap, met een minimaal verschil van 537 stemmen.
Gezien de huidige, minieme verschillen in de zeven swing states is het goed denkbaar dat Amerikanen net als vier jaar geleden niet direct na de verkiezingen weten wie hun nieuwe president wordt. Sterker nog: het is iets waar beide partijen inmiddels rekening mee houden. Zowel de Democraten als Republikeinen hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in hun legers aan advocaten, in voorbereiding op misschien wel weer een slepend, juridisch gevecht om het presidentschap.